22
Specifieke voorwaarden bij de werking
Bijzondere voorwaarden
Aanvullende speciale voorwaarden voor gebruik met brandbaar meetgas
AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS
Alle kabels moeten op de juiste manier in de kabelwartels worden
gestoken en worden afgedicht volgens IP54 door de wartelmoeren aan
te draaien. Ongebruikte kabelwartels moeten met een afdichtplug
worden afgesloten.
Als de gasanalysator in een explosiegevaarlijke omgeving wordt
geïnstalleerd,
mogen de externe connectoren op de analysatormodule
"Energievoorziening 24 V DC" en "Systeembus", die toegankelijk zijn
zonder de systeembehuizing te openen, niet worden uitgetrokken of
ingestoken zolang de systeembehuizing onder spanning staat.
De meetgasdruk in de gasanalysator moet in alle bedrijfs- en
storingsgevallen (overdruk ≤ 3 hPa) in overeenstemming zijn met de
atmosferische omstandigheden.
Bij uitval van de overdrukbehuizing (toevoer van spoelgas naar het
spoelgordijn) en alarmmelding moet de storing op korte termijn worden
geëlimineerd. De gasanalysator kan blijven werken. Als de storing niet op
korte termijn kan worden verholpen, moet de meetgastoevoer worden
onderbroken.
Als de gasanalysator niet in werking is, moet de meetgastoevoer
onderbroken.
Tests:
Tijdens de inbedrijfstelling moet, na het uitvallen van de
overdrukbehuizing en onafhankelijk daarvan met passende
tussenpozen, een functionele test van de overdrukbehuizing worden
uitgevoerd door deskundig personeel. Daarbij moeten de in
paragraaf "Technische gegevens" (zie pagina 20) genoemde
voorwaarden worden gecontroleerd en in acht genomen.
De alarmuitgang moet worden gecontroleerd.
De dichtheid van het meetgastraject en het spoelgastraject moet
met passende tussenpozen worden gecontroleerd.
Indien de gasanalysator meerdere analysatormodules bevat, moet de
overdrukbehuizing voor elke analysatormodule afzonderlijk worden
ontworpen, bewaakt en gecontroleerd. Bij storingen in elke afzonderlijke
analysatormodule moet een alarm worden afgegeven.
LET OP
De overdrukbehuizing (toevoer van het spoelgordijn met spoelgas) en de
eventuele bestaande behuizingspoeling moeten afzonderlijk worden
uitgevoerd.
Als de gasanalysator wordt gebruikt om onbrandbare gassen te meten, kan
de overdrukbehuizing achterwege blijven.
|
CI/AO2000-NL REV. C