54
Gasaansluitingen
Eisen voor de bemonstering
AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS
zie paragraaf "Limas11 IR, Limas21 UV, Limas21 HW: gasaansluitingen" (zie
pagina 79)
Meetgastoevoer
De verschillende toepassingen vereisen dat het meetgas bij 150...190 °C naar
de gasanalysator wordt geleid. De vorming van condensatie en sublimatie
moet absoluut worden uitgesloten, aangezien NO
zijn in water of kunnen leiden tot zoutvorming. Bovendien moet worden
voorkomen dat eventueel bestaande koolwaterstoffen met een laag
kookpunt kunnen neerslaan.
Meetgasingangstemperatuur (van proces)
150...190 °C
Meetgasfilter
voor het meten van NO en NO
keramiek; poriëngrootte ≤ 0,5 µm
Materialen van de gasleidende onderdelen
PTFE, PVDF of Silicosteel
Montageaanwijzingen
Leg de meetgasuitgangleiding in een dalende positie, zodat het eventuele
condensaat kan afvloeien.
LET OP
Neem de speciale instructies voor het aansluiten van de gasleidingen (zie
pagina 79), de inbedrijfstelling (zie pagina 127), de kalibratie en de
buitengebruikstelling (zie pagina 140) in acht!
|
CI/AO2000-NL REV. C
en NH
2
: gesinterd metaal; voor het meten van NH
2
goed oplosbaar
3
:
3