16
Belangrijke informatie voor de operator
Beperking van de spoelgasdruk
Spoelgasuitgang en meetgasuitgang
Noodvoorziening van het spoelgas
Installatie van de gasanalysator en de toevoerleidingen
AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS
Het spoelsysteem van de gasanalysator heeft geen ontlastingsopening.
Daarom moet de maximale interne druk door de operator worden beperkt.
De norm EN 60079-2 vereist de veilige beperking van de spoelgasdruk, zelfs
in de single-foutmodus. De controle van de spoelgasdruk moet daarom door
de operator worden uitgevoerd op een 'één fout'-veilige manier.
Om ervoor te zorgen dat de overdruk van 7 hPa in het spoelgastraject ten
opzichte van het meetgastraject bij een minimale spoelgasstroom van 15 l/u
wordt bereikt, moeten de uitgang van het meetgas en de uitgang van het
spoelgas tegen hetzelfde drukniveau (atmosferisch) worden geloosd. Het
gezamenlijk afvoeren van meetgas en spoelgas (bijv. in een
gemeenschappelijke uitlaatgasopvangpijp / fakkel) is niet toegestaan,
omdat hierbij het gevaar van terugstroming van brandbare gassen in het
spoelgastraject zou kunnen ontstaan.
Als de operator in het geval van een storing in de primaire gasvoorziening
een noodvoorziening met ontstekingsbeschermingsgas verzorgt
(bijvoorbeeld om de gasanalysator in bedrijf te houden), moet elk
voedingspunt in staat zijn het vereiste drukniveau of de vereiste hoeveelheid
ontstekingsbeschermingsgas onafhankelijk van elkaar te handhaven. De
twee aanvoerpunten kunnen gemeenschappelijke buizen of leidingen
hebben.
Bij de installatie van de gasanalysator en de luchttoevoer- en
-afvoerleidingen moet de operator voldoen aan de eisen van EN 60079-2,
bijlage D, en EN 60079-14. De onderstaande eisen zijn een uittreksel uit de
genoemde normen. Vanwege het belang voor de veilige werking van de
gasanalysator zijn ze expliciet vermeld. Deze lijst van eisen in de genoemde
normen ontslaat de operator echter niet van zijn zorgplicht om de installatie
van de gasanalysator en de bijbehorende toevoerleidingen uit te voeren in
overeenstemming met de relevante nationale en internationale normen en
voorschriften met waar nodig aanvullende eisen.
In het bijzonder de eisen van IEC/TR 60070-16 "Electrical apparatus for
explosive gas atmospheres". Part 16: Artificial ventilation for the protection
of analyser(s) houses" en IEC 61285 "Procesautomatisering - Veiligheid van
de ruimten van de analysator".
|
CI/AO2000-NL REV. C