42
Caldos27: Voorbereiding voor installatie
Installatieplaats
Meetgas
AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS
Omgevingstemperatuur
in bedrijf
bij het installeren van de analysatormodule in een
systeembehuizing
+5...+50 °C
zonder elektronische module
+5...+45 °C
met elektronische module of alleen met voedingseenheid
Vibraties/trillingen
max. ±0,04 mm bij 5...55 Hz; 0,5 g bij 55...150 Hz
Toegangsvoorwaarden meetgas
Temperatuur
Het dauwpunt van het meetgas moet ten minste 5 °C lager
zijn dan de laagste temperatuur in het gehele
meetgastraject. Anders is een meetgaskoeler of een
condensaatafscheider nodig.
Als de meetkamer rechtstreeks wordt aangesloten, mag
het dauwpunt van het meetgas maximaal 55 °C bedragen.
Een fluctuerend waterdampgehalte veroorzaakt een
volumefout.
Druk
De analysatormodule werkt onder atmosferische druk, de
meetgasuitgang is open voor de atmosfeer. Interne
drukval: < 5 hPa bij standaarddebiet 60 l/u. Toelaatbaar
absoluut drukbereik: 800...1250 hPa. Werking bij lagere
absolute druk (bijv. op hoogtes boven 2000 m) op verzoek.
Overdruk in de meetkamer: max. 100 hPa.
Debiet
10...90 l/u, min. 1 l/u
Opmerking: De temperatuur, de druk en het debiet van het meetgas moeten
op een aanvaardbaar niveau worden gehouden om rekening te houden met
de invloed van variaties op de nauwkeurigheid van de meting.
Corrosieve gassen
Indien het meetgas Cl
, HCl, HF, SO
2
componenten bevat, moet ABB Analytical worden geraadpleegd. Als het
meetgas NH
bevat, mogen geen FPM-slangen worden gebruikt; in plaats
3
daarvan moeten slangen van FFKM worden gebruikt. In dit geval kan de
pneumatische module niet worden aangesloten op de analysatormodule.
Brandbare gassen
De analysatormodule is geschikt voor het meten van brandbare gassen en
dampen onder atmosferische omstandigheden (p
zuurstofgehalte ≤ 21 Vol.-%). Temperatuurklasse: T4.
Het meetgas mag tijdens normaal bedrijf niet explosief zijn; als het explosief
is in het geval van storingen in de meetgasvoorziening, dan is dat slechts
zelden en voor korte tijd (overeenkomend met zone 2).
Druk in het meetgastraject bij normaal bedrijf p
de meetgasvoorziening mag de druk niet hoger zijn dan de maximumwaarde
van p
= 500 hPa.
e
|
CI/AO2000-NL REV. C
, NH
, H
S of andere corrosieve
2
3
2
≤ 1,1 bar,
abs
≤ 100 hPa; bij storingen in
e