Telefoonconfiguratie Cisco Unified Communications Manager
Veldnaam
Veldtype
Of keuzes
SSH-toegang
Uitgeschakeld
Ingeschakeld
Beltoon-locale
Standaard
Japan
TLS Resumption Timer
Geheel getal 0–3600
(Timer TLS hervatten)
seconden
Gesprekslogbestand
Uitgeschakeld
opnemen van gedeelde
Ingeschakeld
lijn
Minimaal beltoonvolume
Stil
Volumeniveau 1–15
Laadserver
Tekenreeks van maximaal
256 tekens
WLAN SCEP-server
Tekenreeks van maximaal
256 tekens
Vingerafdruk WLAN
Tekenreeks van maximaal
hoofd-CA (SHA256 of
95 tekens
SHA1)
Beheerhandleiding Cisco draadloze IP-telefoon 8821 en 8821-EX voor Cisco Unified Communications Manager
Standaard
Beschrijving
Uitgeschakeld
Bepaalt de toegang tot de SSH-daemon via poort 22.
Als u poort 22 open laat, is de telefoon kwetsbaar voor
DoS-aanvallen (Denial of Service).
Standaard
Bepaalt het belpatroon.
3600
Bepaalt de functie voor het hervatten van een
TLS-sessie zonder het hele TLS-verificatieproces te
herhalen. Als het veld is ingesteld op 0, is het hervatten
van de TLS-sessie uitgeschakeld.
Uitgeschakeld
Geeft aan of een gesprek op een gedeelde lijn wordt
opgenomen in het logbestand.
Stil
Hiermee wordt het minimale beltoonvolume ingesteld
voor de telefoon.
Geeft de alternatieve IPv4-server aan die de telefoon
gebruikt voor het verkrijgen van firmwareladingen en
upgrades.
Hiermee geeft u de SCEP-server op die de telefoon
gebruikt om certificaten voor WLAN-verificatie te
verkrijgen. Voer de hostnaam of het IP-adres in (met
de standaardindeling voor IP-adressen) van de server.
Hiermee geeft u de SHA256- of SHA1-vingerafdruk
van de hoofd-CA op voor de validatie tijdens het
SCEP-proces wanneer certificaten voor
WLAN-verificatie worden uitgegeven. We raden de
SHA256-vingerafdruk aan, die kan worden verkregen
via OpenSSL (bijvoorbeeld openssl x509 -in rootca.cer
- noout -sha256 -vingerafdruk) of een webbrowser te
gebruiken om de certificaatdetails te controleren.
Voer de hexadecimale tekenwaarde 64 in voor de
SHA256-vingerafdruk of de hexadecimale tekenwaarde
40 voor de SHA1-vingerafdruk met een
gemeenschappelijk scheidingsteken (dubbele punt,
streepje, periode, ruimte) of zonder een
scheidingsteken. Als u een scheidingsteken gebruikt,
moet dit voortdurend worden geplaatst na elke 2, 4, 8,
16 of 32 hexadecimale tekens voor een
SHA256-vingerafdruk of na elke 2, 4 of 8
hexadecimale tekens voor een SHA1-vingerafdruk.
Velden Productspecifieke configuratielay-out
79