Netwerkprotocollen
Tabel 2: Ondersteunde netwerkprotocollen
Netwerkprotocol
Doel
Bluetooth
Bluetooth is een draadloos persoonlijk
netwerk-protocol (WPAN) dat aangeeft hoe
apparaten over korte afstand communiceren.
Bootstrap Protocol
BootP schakelt een netwerkapparaat, zoals Cisco
(BootP)
IP-telefoon, in om bepaalde opstartgegevens te
detecteren, zoals het IP-adres.
Cisco Audio Session
Het CAST-protocol stelt Cisco IP-telefoons en
Tunnel (CAST)
bijbehorende toepassingen in staat om externe
IP-telefoons te detecteren en daarmee te
communiceren zonder wijzigingen te vereisen in de
traditionele signaleringscomponenten zoals Cisco
Unified Communications Manager (CM) en
gateways.
Cisco Discovery Protocol
CDP is een apparaatdetectieprotocol dat werkt op
(CDP)
alle door Cisco gefabriceerde apparatuur.
Een apparaat kan CDP gebruiken om zijn bestaan
aan te geven voor andere apparaten en informatie
over andere apparaten te ontvangen in het netwerk.
Cisco Peer-to-Peer
CPPDP is een eigen protocol van Cisco dat wordt
Distribution Protocol
gebruikt om een gelijkwaardige hiërarchie van
(CPPDP)
apparaten te vormen. Deze hiërarchie wordt gebruikt
om firmwarebestanden te distribueren van
peer-apparaten naar hun aangrenzende apparaten.
Dynamic Host
DHCP wijst een IP-adres dynamisch toe aan
Configuration Protocol
netwerkapparaten.
(DHCP)
Met DHCP kunt u een IP-telefoon aansluiten op het
netwerk en de telefoon laten werken zonder dat u
handmatig een IP-adres moet toewijzen of
aanvullende netwerkparameters moet configureren.
Hypertext Transfer
HTTP is de standaardmanier voor
Protocol (HTTP)
informatie-overdracht en het verplaatsen van
documenten over internet en het web.
Beheerhandleiding Cisco draadloze IP-telefoon 8821 en 8821-EX voor Cisco Unified Communications Manager
22
Opmerkingen over gebruik
De telefoons ondersteunen Bluetooth 4.0.
Geen
De telefoons gebruiken CAST als een interface
tussen CUVA en de Cisco Unified Communications
Manager met de Cisco IP-telefoon als SIP-proxy.
De telefoons gebruiken CDP voor de communicatie
van informatie zoals de hulp-VLAN-id,
voedingsbeheerdetails per poort en
QoS-configuratiegegeven (Quality of Service) met
de Cisco Catalyst-switch.
CPPDP wordt gebruikt door de functie Peer
firmware delen.
DHCP is standaard ingeschakeld. Als DHCP is
uitgeschakeld, moet u het IP-adres, subnetmasker,
gateway en TFTP-server lokaal handmatig op elke
telefoon configureren.
We raden u aan de aangepaste DHCP-optie 150 te
gebruiken. Met deze methode kunt u het IP-adres
van de TFTP-server configureren als de optiewaarde.
Voor meer informatie raadpleegt u de documentatie
bij uw specifieke versie van Cisco Unified
Communications Manager.
Opmerking
Als u de optie 150 niet kunt gebruiken,
kunt u het proberen met de DHCP-optie
66.
De telefoons gebruiken HTTP voor XML-services
en probleemoplossing.
VoIP-netwerken