WERKING (fig. 4)
Iedere keer als u de contactsleutel in
stand STOP zet, dan schakelt de Alfa
Romeo CODE de functies van de elektroni-
sche regeleenheid van de motor uit.
Als u bij het starten van de motor de
sleutel in stand MAR draait, dan stuurt
de regeleenheid van de Alfa Romeo CODE
een code naar de regeleenheid van de
motor die, als de code wordt herkend, de
blokkering van de functies opheft. De
geheime code wordt door de sleutel ver-
zonden en heeft meer dan 4 miljard com-
binaties. De code wordt alleen verzonden
als de regeleenheid van het systeem de
code heeft herkend via een in het start-/
contactslot ingebouwde antenne.
fig. 4
Als de code wordt herkend, gaat het
lampje (A) op het checkpanel kort knip-
peren.
Als de code niet wordt herkend, blijft het
controlelampje (A) branden samen met
het waarschuwingslampje (B).
In dat geval raden wij u aan de sleutel in
stand STOP en vervolgens opnieuw in
stand MAR te draaien; als de motor
geblokkeerd blijft, probeer het dan
opnieuw met de andere geleverde sleu-
tels. Als de motor dan nog niet aanslaat,
voer dan zelf een noodstart uit (zie het
hoofdstuk "Noodgevallen") of wendt u
tot de Alfa Romeo-dealer.
A0B0021b
BELANGRIJK Elke sleutel heeft een
eigen code die in de regeleenheid van het
systeem moet worden opgeslagen. Voor
het opslaan van nieuwe sleutels ( maxi-
maal acht) moet u zich tot de Alfa Romeo-
dealer wenden. Hierbij moeten alle in uw
bezitting zijnde sleutels, de CODE-card,
een identiteitsbewijs en het kentekenbe-
wijs worden meegenomen.
Als tijdens het opslaan
van een nieuwe sleutelco-
de de reeds opgeslagen
sleutelcodes niet opnieuw wor-
den ingevoerd, worden ze uit het
geheugen gewist, zodat eventu-
eel verloren of gestolen sleutels
niet meer gebruikt kunnen wor-
den voor het starten van de
motor.
7