NOODSTART
Als de regeleenheid van de Alfa CODE de
via de contactsleutel gezonden code niet
herkent (controlelampje (¢) op het
instru mentenpaneel brandt constant) kan
een noodstart worden uitgevoerd met de
code die op de CODE-card vermeld staat.
Zie voor de juiste procedure het hoofd-
stuk "Noodgevallen".
Probeer auto' s met
katalysator nooit te star-
ten door ze aan te duwen,
te slepen of van een helling te
laten rijden. Op die wijze kan er
onverbrande benzine in de kata-
lysator terechtkomen, waardoor
deze onherstelbaar zal beschadi-
gen.
Houd er rekening mee
dat de rem- en stuurbe-
krachtiging niet werken
zolang de motor niet is aangesla-
gen, waardoor meer kracht nodig
is voor de bediening van het rem-
pedaal en het stuur.
162
PARKEREN
Voer voor het parkeren van de auto de
volgende handelingen uit:
– Zet de motor uit.
– Trek de handrem aan.
– Schakel de eerste versnelling in als de
auto op een helling omhoog staat en de
achteruit bij een helling omlaag (gezien
vanuit de rijrichting).
– Zet de voorwielen in een zodanige
stand dat de auto onmiddellijk stopt als de
handremhefboom per ongeluk naar bene-
den wordt gezet.
Laat de contactsleutel
niet in stand MAR staan
als de motor stilstaat,
zodat de accu niet onnodig wordt
ontladen.
Laat kinderen nooit
alleen achter in de auto.
Neem de sleutels altijd uit
het contactslot als u de auto ver-
laat en neem de sleutels mee.
VEILIG RIJDEN
Tijdens het ontwerpen van de Alfa
156 GTA heeft Alfa Romeo veel aan-
dacht besteed aan de optimale veiligheid
voor de inzittenden. Desalniettemin blijft
het gedrag van de bestuurder van door-
slaggevende betekenis voor de veiligheid
op de weg.
Hierna vindt u enkele eenvoudige tips en
aanbevelingen om onder diverse omstan-
digheden veilig te rijden Hoewel u de mees-
te natuurlijk al kent, is het toch de moeite
waard ze aandachtig te lezen.
VOOR U WEGRIJDT
– Controleer of de verlichting goed
werkt.
– Zet de stoel, het stuur en de achter-
uitkijkspiegels in de juiste stand.
– Stel de rugleuning zo in dat u rechtop
zit en het hoofd zich zo dicht mogelijk bij
de hoofdsteun bevindt.