DEFECTE BUITEN -
VERLICHTING
Modificaties of repara-
ties aan de elektrische
installatie die niet correct
worden u itgevoerd e n w aarbij
geen rekening wordt gehouden
met d e t echnische s pecificaties
van het systeem, kunnen storin-
gen in de werking en zelfs brand
veroorzaken.
BELANGRIJK Zie voor het type lamp
en het bijbehorende vermogen de para-
graaf "Een gloeilamp vervangen" in dit
hoofdstuk.
188
KOPLAMPUNITS
In de koplampunits zijn de gloeilampen
voor de richtingaanwijzers, de parkeerver-
lichting/het dimlicht en het grootlicht
gemonteerd.
Verwijder om de gloeilampen voor de
parkeerverlichting/het dimlicht te vervan-
gen het deksel door het linksom te draai-
en.
De lampen zijn op de volgende wijze in
de koplampunit geplaatst fig. 21:
A. Richtingaanwijzers
B. Dimlicht
C. Grootlicht/parkeerlicht
fig. 21
Monteer na het ver van-
gen van een lamp het
deksel door het rechtsom
te draaien en zorg ervoor dat het
deksel goed vast zit (geborgd).
Fig. 22: dimlichten met gasontladings-
lampen
A. Parkeerlicht/grootlicht
B. Dimlicht/richtingaanwijzers
A0B0224b
fig. 22
A0B0392b