Grootlichtsignaal (fig. 62)
Het grootlichtsignaal kan worden gege-
ven door de hendel naar het stuurwiel te
trekken (onvergrendelde stand) ongeacht
de stand van de draaiknop. Op het instru-
mentenpaneel gaat het controlelampje
1 branden.
BELANGRIJK Het grootlichtsignaal
wordt gegeven met het grootlicht. Om
bekeuringen te vermijden, dient u zich aan
de geldende verkeerswetgeving te hou-
den.
46
fig. 61
Richtingaanwijzers
(fig. 63)
Plaats de hendel in de (vergrendelde)
stand:
omhoog - de rechter richtingaanwijzers
worden ingeschakeld.
omlaag - de linker richtingaanwijzers
worden ingeschakeld.
Tegelijkertijd gaat op het instrumenten-
paneel één van de controlelampjes (R of
E) branden.
Als het stuurwiel weer in de rechtuit-
stand komt, dan schakelen de richting-
aanwijzers automatisch uit en komt de
hendel weer in de middelste stand.
A0B0374b
fig. 62
BELANGRIJK Als u kort richting aan
wilt geven, voor het uitvoeren van een
handeling waarvoor het stuurwiel slechts
weinig hoeft te worden verdraaid, dan
drukt u de hendel iets omhoog of omlaag
zonder dat de hendel vergrendelt. Zodra u
de hendel loslaat, gaat deze automatisch
terug.
A0B0375b
fig. 63
A0B0376b