STUURWIEL
VERSTELLEN
De stand van het stuurwiel kan door de
bestuurder zowel axiaal als verticaal wor-
den versteld.
Ontgrendel voor de verstelling de hendel
(A-fig. 28 ) door de hendel in de rich-
ting van het stuurwiel te trekken.
Zet het stuurwiel in de gewenste stand
en druk de hendel geheel naar voren.
Verstel h et s tuurwiel
alleen als de auto stil-
staat.
22
fig. 28
SPIEGELS VERSTELLEN
ACHTERUITKIJKSPIEGEL
De spiegel is voorzien van een beveili-
gingsmechanisme, waardoor de spiegel bij
een krachtige botsing losschiet. Met het
hendeltje (A-fig. 33) kan de spiegel in
twee standen worden gezet: normale
stand of anti-verblindingsstand.
A0B0035b
fig. 29
BUITENSPIEGELS
Elektrische verstelling (fig. 30)
– Kies met de keuzeschakelaar (A) de
gewenste spiegel (rechts of links):
Plaats de schakelaar (A) in stand (B)
en druk op de schakelaar voor het verstel-
len van de linker buitenspiegel.
Plaats de schakelaar (A) in stand (D)
en druk op de schakelaar voor het verstel-
len van de rechter buitenspiegel.
– Plaats na het verstellen de schakelaar
(A) terug in de middelste vergrendelstand
(C).
BELANGRIJK Verstellen is alleen
mogelijk als de contactsleutel in stand
MAR staat.
A0B0022b
fig. 30
A0B0284b