BEDIENINGS-
ORGANEN
KOFFERDEKSEL
ONTGRENDELEN (fig. 99)
Het kofferdeksel kan van binnenuit wor-
den geopend door aan de hendel (A)
naast de bestuurdersstoel te trekken.
Bedien de hendel voor
het ontgrendelen van het
kofferdeksel niet als de
auto rijdt.
120
fig. 99
WAARSCHUWINGSKNIPPER-
LICHTEN (fig. 100)
Druk voor inschakeling op de knop (A),
ongeacht de stand van de contactsleutel.
Als het systeem is ingeschakeld, knip-
pert het lampje in de schakelaar, werken
de richtingaanwijzers en branden de con-
trolelampjes voor de richtingaanwijzers op
het instrumentenpaneel. Druk de schake-
laar nogmaals in om het systeem uit te
schakelen.
Het g ebruik
waarschuwingsknipper-
lichten is afhankelijk van
de wetgeving van het land waar-
in u zich bevindt. Houdt u aan de
voorschriften.
A0B0042b
fig. 100
MISTLAMPEN VOOR (fig. 101)
Druk voor inschakeling op knop (A). De
lampen werken alleen als de buitenver-
lichting is ingeschakeld.
Op het instrumentenpaneel gaat het con-
trolelampje 5 branden.
Als u de contactsleutel in stand STOP
draait, schakelen de mistlampen voor
automatisch uit. De lampen schakelen pas
weer in als na het starten opnieuw op
knop (A) wordt gedrukt.
Druk knop (A) nogmaals in om de mist-
van d e
lampen uit te schakelen.
BELANGRIJK Houdt u bij het gebruik
van de mistlampen aan de geldende ver-
keersvoorschriften.
A0B0036b
fig. 101
A0B0285b