– Van binnenuit: druk bij gesloten
portieren op één van de knoppen (A-fig.
16) op de voorportieren om de centrale
portiervergrendeling in te schakelen.
Met de knop (A-fig. 17 ) op de ach-
terportieren vergrendelt u uitsluitend het
betreffende portier.
BELANGRIJK Bij de voorportieren kan
de knop (A-fig. 19 ) niet worden inge-
drukt als het betreffende portier niet goed
is gesloten.
BELANGRIJK Als de portieren centraal
zijn vergrendeld en één van de voorportie-
ren wordt van binnenuit geopend met de
handgreep, dan worden alle portieren ont-
grendeld.
Bij een onderbreking in de elektrische
voeding (doorgebrande zekering, lege
accu, enz.), kunnen de sloten altijd met
de hand worden vergrendeld, zowel van
buitenaf als van binnenuit.
18
BELANGRIJK Als de brandstofnood-
schakelaar inschakelt, worden alle portie-
ren ontgrendeld en kunnen ongeveer 30
seconden niet worden vergrendeld. Na
deze periode wordt de werking van de
centrale portiervergrendeling weer her-
steld.
KINDERVEILIGHEIDSSLOT
De achterportieren zijn voorzien van een
kinderveiligheidsslot (fig. 18) waardoor
de achterportieren niet van binnenuit kun-
nen worden geopend.
BELANGRIJK Het systeem werkt
alleen bij het betreffende portier.
Het kinderveiligheidsslot kan alleen bij
geopend portier worden ingeschakeld
door het bedieningsmechanisme met de
contactsleutel omhoog of omlaag te
duwen:
stand 1 (mechanisme omhoog) – sys-
teem ingeschakeld (portier vergrendeld);
stand 2 (mechanisme omlaag) – sys-
teem uitgeschakeld (portier kan van bin-
nenuit geopend worden).
Schakel d it s ysteem
altijd in als u kinderen
vervoert.
Schakel het kinderveilig-
heidsslot op beide achter-
portieren in en controleer
of het systeem is ingeschakeld
door aan de handgreep aan de
binnenzijde van het portier te
trekken.
fig. 18
A0B0027b