MOTOR UITZETTEN EN
SYSTEEM UITSCHAKELEN
Als u de contactsleutel in stand STOP
draait, gaat de motor uit, maar blijft
Selespeed ingeschakeld totdat de auto
geheel stilstaat; na ongeveer 2 tot 4
seconden nadat de contactsleutel in stand
STOP is gezet, wordt het hydraulische
deel uitgeschakeld en dooft ook de weer-
gave op het display op de toerenteller. Pas
nu is Selespeed uitgeschakeld.
De versnelling die is ingeschakeld op het
moment dat de motor wordt uitgezet,
blijft ingeschakeld.
Als de motor wordt uitgezet met de ver-
snellingsbak in de vrijstand (N), klinkt er
een geluidssignaal om de bestuurder er op
te attenderen dat voor de veiligheid de
eerste versnelling (1) of de achteruit (R)
ingeschakeld moet worden. Zet in dat
geval de contactsleutel in stand MAR en
schakel, bij ingetrapt rempedaal, de eer-
ste versnelling (1) of de achteruit (R) in.
Verlaat de auto N OOIT
als de versnellingsbak in
de vrijstand (N) staat.
Verwijder de contact-
sleutel nooit als de auto
rijdt. Selespeed werkt
niet goed zolang de auto niet stil-
staat. Bovendien blokkeert het
stuurslot bij de eerste stuurbe-
weging.
Het is beslist noodzake-
lijk om het rempedaal
ingetrapt te houden als de
motor wordt uitgezet en
Selespeed uitschakelt: laat het
pedaal pas los als het display op
de toerenteller uit is.
WEGRIJDEN
Bij draaiende motor en stilstaande auto,
kunt u alleen de eerste (1), de tweede
versnelling (2) en/of de achteruit (R)
inschakelen.
De versnellingen kunnen bij ingetrapt
rempedaal alleen met de selectorhendel
op de middenconsole worden ingescha-
keld. De knoppen op het stuurwiel werken
alleen bij een snelheid boven 10 km/h.
BELANGRIJK De achteruit (R) kan
vanuit de volgende versnellingen worden
ingeschakeld: vrij (N), eerste (1) of
tweede (2) versnelling. Als de auto rijdt,
dan wordt de achteruit niet ingeschakeld;
wacht tot de auto stilstaat en schakel de
achteruit (R) opnieuw in.
Als de achteruit wordt ingeschakeld, dan
verschijnt het symbool op het display op
de toerenteller en klinkt een geluidssig-
naal.
129