De luchtkwaliteit wordt ook geregeld door
een gecombineerd pollenfilter met actieve
koolstof.
De klimaatregeling controleert en regelt
automatisch de volgende parameters en
functies:
– temperatuur ingevoerde lucht in het in-
terieur (gescheiden voor de bestuurders- en
passagierszijde)
– aanjagersnelheid
– luchtverdeling
– in-/uitschakeling recirculatiefunctie
– toestaan in-/uitschakeling aircocom-
pressor.
102
Het is mogelijk de instelling van de vol-
gende functies handmatig te veranderen:
– aanjagersnelheid
– luchtverdeling
– in-/uitschakeling recirculatiefunctie
– toestaan in-/uitschakeling aircocom-
pressor
– ontdooiing/ontwaseming van de rui-
ten.
De regeling van de functies die niet hand-
matig zijn gewijzigd, blijft automatisch
plaats vinden. De temperatuurregeling van
de lucht naar het interieur vindt altijd auto-
matisch plaats. De temperatuur is afhanke-
lijk van de op het display voor de bestuur-
der en passagier ingestelde waarde.
BELANGRIJK De handmatige instellin-
gen hebben voorrang boven de automati-
sche instellingen en blijven in het geheu-
gen opgeslagen, totdat de gebruiker de
regeling weer overlaat aan het automati-
sche sys teem.