Druk op de rode "PRESS"-knop om de
gordel los te maken en laat de gordel te-
rugrollen.
60A039
WAARSCHUWINGSSYSTEEM
NIET OMGELEGDE
BESTUURDERSGORDEL
Als de bestuurder zijn of haar gordel niet
omlegd, dan gaat het waarschuwingslampje
niet omgelegde veiligheidsgordel in het in-
strumentenpaneel branden en klinkt een
zoemer om de bestuurder er aan te her-
inneren dat de gordel niet is omgelegd.
Zie hierna voor meer informatie.
Als de bestuurdersgordel niet wordt om-
gelegd bij contactslot op "ON", dan is de
werking van het waarschuwingssysteem:
1) Het waarschuwingslampje gaat bran-
den.
2) Als de snelheid ongeveer 15 km/h be-
draagt, gaat het lampje knipperen en
klinkt gedurende ongeveer 95 secon-
den een geluidssignaal.
3) Als stap 2) is beëindigd, blijft het lamp-
je branden, totdat de gordel is omge-
legd.
Als de bestuurder de gordel heeft omge-
legd en later af doet, dan wordt het waar-
schuwingssysteem afhankelijk van de snel-
heid ingeschakeld vanaf stap 1) of stap 2).
Als de snelheid lager is dan ongeveer 15
km/h, start het waarschuwingssysteem
vanaf stap 1). Als de snelheid hoger is dan
ongeveer 15 km/h, start het waarschu-
79J187
wingssysteem vanaf stap 2).
Het waarschuwingssysteem wordt auto-
matisch uitgeschakeld als de bestuurders-
gordel wordt omgelegd of als het con-
tactslot wordt uitgeschakeld.
OPGELET
Het is beslist noodzakelijk
dat de bestuurder en de pas-
sagiers altijd de veiligheidsgordels dra-
gen. Als een gordel niet is omgelegd,
is de kans op verwondingen bij een
ongeval veel groter. Maak er een ge-
woonte van om de gordel om te leg-
gen voordat de sleutel in het con-
tactslot wordt gestoken.
35