OPGELET
– Rijd niet met een (gedeel-
telijk) ingetrapt rempedaal.
Hierdoor kunnen de remmen over-
verhit raken, waardoor de remwer-
king vermindert. Maak zo veel moge-
lijk gebruik van de motorremwerking.
– Door het extra aanhangergewicht
kan de motor oververhit raken op
warme dagen als een lange of steile
helling op wordt gereden. Controleer
regelmatig de stand van de tempera-
tuurmeter. Als deze oververhitting
aangeeft, verlaat dan de weg en stop
op een veilige plek. Zie "Oververhit-
te motor" in "IN NOODGEVALLEN".
176
OPGELET
Houd bij het parkeren van
de auto met een aangekop-
pelde aanhanger altijd de volgende
procedure aan:
– Trap het rempedaal stevig in.
– Laat een andere persoon wielkeg-
gen onder de wielen van de auto en
de aanhanger plaatsen, terwijl u het
rempedaal ingetrapt houdt.
– Laat het rempedaal rustig los, tot-
dat de wielkeggen geheel belast zijn.
– Trek de handrem volledig aan.
– Handmatig geschakelde versnel-
lingsbak – Schakel de eerste versnel-
ling of de achteruit in en zet de mo-
tor uit.
– Automatische versnellingsbak – Zet
de selectorhendel in stand PARK en
zet de motor uit.
OPGELET
Wegrijden na parkeren:
– Trap het koppelingspedaal
in en start de motor.
– Schakel de versnelling in, zet de
handrem los en rijd rustig weg van de
wielkeggen.
– Stop, trap het rempedaal stevig in
en houd het rempedaal ingetrapt.
– Laat een andere persoon de wiel-
60A186
keggen verwijderen.