WAARSCHUWING Het trekken van een
aanhanger belast de motor, de aandrijving
en de remmen van uw auto extra. Trek
nooit een aanhanger gedurende de eer-
ste 960 km (600 mijl) van het gebruik van
de auto.
BELANGRIJK Gebruik bij automatische
versnellingsbakken nooit de stand "D" als
met een aanhanger een steile helling op
wordt gereden. Als de stand "D" is inge-
schakeld als een steile helling wordt op-
gereden, kan de automaatolie zonder
waarschuwing plotseling oververhit raken,
waardoor de versnellingsbak beschadigd.
TREKHAKEN
Gebruik een trekhaak die is ontworpen
voor de bevestiging aan het chassis van
uw auto en een trekinrichting die is ont-
worpen voor deze trekhaak.
OPGELET
Gebruik nooit een trekhaak
die aan de as of de bumper
van uw auto bevestigd moet worden.
VEILIGHEIDSKETTINGEN
Bevestig altijd veiligheidskettingen tussen
uw auto en de aanhanger. Kruis de ket-
tingen onder de dissel van de trailer zo-
dat de dissel niet op de weg valt als de aan-
hanger loskomt van de trekhaak. Houd de
aanbevelingen van de fabrikant aan bij het
bevestigen van de veiligheidskettingen.
Laat voldoende ruimte over, zodat ook
krappe bochten genomen kunnen worden.
Laat de veiligheidskettingen nooit over de
weg slepen.
OPGELET
Bevestig nooit veiligheids-
kettingen aan de bumper
van uw auto. Maak de verbindingen
goed vast, zodat ze niet los kunnen
lopen.
AANHANGERVERLICHTING
Zorg ervoor dat de aanhanger is voorzien
van verlichting die aan de lokale eisen vol-
doet. Controleer altijd de werking van de
aanhangerverlichting voordat de aanhan-
ger wordt getrokken.
OPGELET
Sluit aanhangerverlichting
nooit direct aan op de elek-
trische installatie van de auto; hier-
door kan de elektrische installatie
worden beschadigd.
REMMEN
OPGELET
Als gebruik wordt gemaakt
van een geremde aanhanger,
volg dan de instructies van de fabri-
kant op. Sluit het remsysteem van de
aanhanger nooit aan op het remsys-
teem van uw auto en maak geen elek-
trische voedingsaansluiting direct in
de kabelboom.
173