SPIEGELS
BINNENSPIEGEL
U kunt de binnenspiegel met de hand ver-
stellen, zodat de weg achter de auto kan
worden waargenomen. Zet, om de spie-
gel af te stellen, de keuzeknop (1) in de
dagstand en beweeg de spiegel naar bo-
ven, beneden of naar de zijkant met de
hand, zodat het beste zicht ontstaat.
Als 's nachts wordt gereden, kan de keuze-
knop in de nachtstand worden gezet, zo-
dat minder hinder wordt ondervonden
van de koplampen van achteropkomend
verkeer.
OPGELET
Stel de spiegel altijd af als de
keuzeknop in de dagstand
staat.
(1)
Overdag
OPGELET
Gebruik de nachtstand al-
leen als minder hinder moet
worden ondervonden van de kop-
lampen van achteropkomend ver-
keer. In deze stand is het mogelijk dat
sommige objecten niet zichtbaar zijn,
die wel zichtbaar zouden zijn in de
dagstand.
79J032
BUITENSPIEGELS
's Nachts
Stel de buitenspiegels zo af dat de zijkant
65D409
van de auto nog net kan worden waarge-
nomen in de spiegels.
De spiegels zijn iets bol,
waardoor de grootte en de
afstand van de auto tot een object
moeilijker kan worden geschat. Ob-
jecten lijken kleiner en lijken verder
weg dan in een vlakke spiegel.
79J033
OPGELET
27