Van 4WD AUTO naar 4WD
LOCK
Druk de "4WD LOCK" schakelaar enige
seconden in, totdat het lampje "4WD
LOCK" gaat branden.
Van 4WD LOCK naar 4WD
AUTO
Druk op de "4WD LOCK" schakelaar;
het lampje "4WD AUTO" gaat branden.
Van 4WD AUTO of LOCK naar
2WD
Druk op de "2WD" schakelaar; de lamp-
jes "4WD AUTO" of "4WD LOCK" gaan
uit.
OPMERKING
❒ De 2WD/4WD schakelaar kan zowel
bij een rijdende als stilstaande auto
worden bediend.
❒ Zorg ervoor dat de voorwielen in de
rechtuitstand staan als de 2WD/4WD
schakelaar wordt bediend.
❒ Als de 2WD/ 4WD schakelaar wordt
bediend terwijl in een bocht wordt
gereden of wordt geaccelereerd of ge-
decelereerd of als het contactslot
wordt uitgeschakeld als de functie
"4WD AUTO" of "4WD LOCK" kan
een schok worden gevoeld. Dit is geen
storing in het systeem.
❒ Als de functie "4WD LOCK" is inge-
schakeld en de snelheid neemt toe, dan
wordt automatisch de functie "4WD
AUTO" ingeschakeld. Zelfs als de voer-
tuigsnelheid afneemt, wordt echter niet
automatisch de functie "4WD LOCK"
79J100
ingeschakeld. Afhankelijk van de rij-
omstandigheden moet de "4WD
LOCK" schakelaar opnieuw worden in-
gedrukt.
❒ Als een kracht wordt ondervonden in
het veld in zand of water of als een wiel
in de berm terecht komt, neemt het
toerentalverschil tussen de voor- en
achterwielen toe (wielen slaan door).
Als deze situatie blijft bestaan, wordt
de olietemperatuur in de aandrijving
hoger.
In dit geval gaat het lampje "4WD
AUTO" knipperen en wordt de 2WD-
functie ingeschakeld om de onderde-
len van de aandrijving te beschermen.
Als de 4WD-functie doorlopend is in-
geschakeld geweest, parkeer de auto
dan op een veilige plek en laat de mo-
tor stationair draaien. Na enige tijd gaat
het lampje "4WD AUTO" branden en
wordt de "4WD AUTO"-functie weer
ingeschakeld.
WAARSCHUWING
❒ Gebruik nooit de functie "4WD
LOCK" als op een droog wegdek
wordt gereden.
Voorkom zo veel mogelijk het gebruik
van de "4WD LOCK"-functie als op een
nat wegdek wordt gereden. Als de
"4WD LOCK"-functie onder deze om-
standigheden wordt gebruikt, wordt er
een grote kracht op de aandrijving uit-
geoefend, waardoor een storing kan ont-
staan. Bovendien slijten de banden snel-
ler en neemt het brandstofverbruik toe.
❒ Houd er rekening mee dat met 4WD-
voertuigen niet in elk terrein kan wor-
den gereden. Houd de volgende instruc-
ties aan als met de auto wordt gereden.
– Rijd niet door water, zoals een rivier.
– Rijd niet doorlopend onder omstan-
digheden waarbij de voorwielen
doorslaan, zoals in zand of modder.
– Als een wiel de grond niet meer raakt,
laat het dan niet onnodig draaien.
❒ Als de lampjes "4WD AUTO" en "4WD
LOCK" gaan branden en blijven branden
tijdens de rit, dan is er waarschijnlijk een
storing in het 4WD-systeem. Laat het
systeem door het Fiat Servicenetwerk
controleren.
WAARSCHUWING Onregelmatig gesle-
ten banden kunnen problemen veroorza-
ken in de werking van de 2WD/4WD
schakelaar. Roteer de banden zoals is
voorgeschreven in het onderhoudsschema.
Zie "Banden" en "Onderhoudsschema"
in "CONTROLE EN ONDERHOUD"
voor het juist roteren.
159