EEN KOUDE MOTOR STARTEN
(Benzine-uitvoeringen)
Trap het gaspedaal niet in en start de
motor door het contactslot in de stand
"START" te draaien. Laat de sleutel los
als de motor aanslaat.
WAARSCHUWING
❒ Beëindig de startpoging zodra de
motor aanslaat, zodat het startsysteem
niet wordt beschadigd.
❒ Start de motor nooit langer dan 15 se-
conden achter elkaar. Als de motor bij
de eerste startpoging niet aanslaat,
wacht dan 15 seconden en probeer op-
nieuw.
Als de motor niet aanslaat als een start-
poging van 15 seconden is uitgevoerd,
wacht dan ongeveer 15 seconden, trap het
gaspedaal tot op 1/3 van de slag in en pro-
beer nogmaals de motor te starten. Laat
de sleutel en het gaspedaal los als de
motor aanslaat. Als de motor nog niet
aanslaat, trap dan het gaspedaal geheel in
en probeer te starten. Hierdoor moet een
"verzopen" motor ook aanslaan.
EEN KOUDE MOTOR STARTEN
(Dieseluitvoeringen)
Draai het contactslot in de stand "ON"
en wacht totdat het voorgloeicontrole-
lampje dooft (als het is gaan branden).
Start de motor door het contactslot in de
stand "START" te draaien. Laat de sleu-
tel los als de motor aanslaat.
WAARSCHUWING
❒ De startmotor mag de motor maxi-
maal 30 seconden aandrijven. Als de
motor niet aanslaat, wacht dan 15 se-
conden en probeer opnieuw te star-
ten. Als ook de derde poging niet
lukt, neem dan contact op met het
Fiat Servicenetwerk.
❒ Als de auto langere tijd niet onder zeer
koude omstandigheden (zoals bij tem-
peraturen onder –20°C) is gebruikt en
de motor wordt gestart, laat dan de
contactsleutel los en stop de startpo-
ging pas als het motortoerental rond
800 tot 1000 /min ligt.
EEN WARME MOTOR STARTEN
Start de motor door het contactslot in de
stand "START" te draaien. Laat de sleu-
tel los als de motor aanslaat.
WAARSCHUWING ALS DE
MOTOR MET TURBO
UITGESCHAKELD MOET
WORDEN
Als de motor wordt uitgeschakeld nadat
een helling is opgereden of als met hoge
snelheid is gereden, laat de motor ongeveer
een minuut stationair draaien (als dat is toe-
gestaan) om de turbo en de motorolie af
te laten koelen. Hierdoor wordt voorko-
men dat de motorolie te snel verouderd.
Verouderde motorolie beschadigd de la-
gers van de turbo.
DE D19AA DIESELMOTOR
STARTEN NADAT DEZE IS
AFGESLAGEN DOOR EEN
GEBREK AAN BRANDSTOF
De motor slaat af als de motor geen
brandstof meer toegevoerd krijgt. Om de
motor opnieuw te starten moet de auto
tot stilstand worden gebracht, moet con-
tactslot gedurende 5 - 10 seconden in de
stand "ON" worden gezet om brandstof
toe te voeren en vervolgens moet de mo-
tor worden gestart, zoals hiervoor is be-
schreven.
ROETFILTER
Waarschuwingslampje roetfilter
Als het waarschuwingslampje roetfilter gaat
branden tijdens de rit, dan is het roetfilter
waarschijnlijk verstopt. Het dieselfilter
moet worden geregenereerd als het waar-
schuwingslampje roetfilter gaat branden.
Rijd, om het roetfilter te regenereren, met
een gemiddelde snelheid van 50 km/h (30
mph) gedurende ongeveer 5 minuten tot-
dat het lampje dooft.
64J244
153