Inleiding
Groep 1
Reset, Vrijloop na stop, Reset en vrijloop na stop,
Snelle stop, DC-rem, Stop en de [Off]-toets.
Groep 2
Start, Pulsstart, Omkeren, Start omkeren, Jog en
Uitgang vasthouden
Tabel 1.5
Motor:
Motor actief
Koppel gegenereerd op de uitvoeras en snelheid van nul
tpm tot max. snelheid op motor.
f
JOG
De motorfrequentie wanneer de jog-functie is geactiveerd
(via digitale klemmen).
f
M
Motorfrequentie.
f
MAX
De maximale motorfrequentie.
f
MIN
De minimale motorfrequentie.
f
M,N
De nominale motorfrequentie (gegevens motortypeplaatje).
I
M
Motorstroom (actueel).
I
M,N
De nominale motorstroom (gegevens motortypeplaatje).
n
M,N
De nominale motorsnelheid (gegevens motortypeplaatje).
n
s
Synchroonmotorsnelheid
2 ×
par . 1 − 23 × 60 s
n s =
par . 1 − 39
P
M,N
Het nominale motorvermogen (gegevens motortypeplaatje
in kW of pk).
T
M,N
Het nominale koppel (motor).
U
M
De momentele motorspanning.
U
M,N
De nominale motorspanning (gegevens motortypeplaatje).
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
MG.11.CD.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Losbreekkoppel
Afbeelding 1.1
η
VLT
Het rendement van de frequentieomvormer wordt gedefi-
nieerd als de verhouding tussen het uitgangsvermogen en
het ingangsvermogen.
Startdeactiveercommando
Een stopcommando behorend tot groep 1 van de
stuurcommando's – zie deze groep.
Stopcommando
Zie Stuurcommando's.
Referenties:
Analoge referentie
Een signaal dat naar analoge ingang 53 of 54 wordt
gestuurd, kan bestaan uit een spannings- of stroomsignaal.
Binaire referentie
Een signaal dat naar de seriële-communicatiepoort wordt
gestuurd.
Digitale referentie
Een gedefinieerde, vooraf ingestelde referentie die kan
worden ingesteld van -100% tot +100% van het referentie-
bereik. Selectie van acht vooraf ingestelde referenties via
de digitale klemmen.
Pulsreferentie
Een pulsfrequentiesignaal dat naar de digitale ingangen
(klem 29 of 33) wordt gestuurd.
Ref
MAX
Bepaalt de relatie tussen de referentie-ingang met een
waarde van 100% van de volledige schaal (gewoonlijk 10
V, 20 mA) en de totale referentie. De maximumreferentie-
waarde die is ingesteld in 3-03 Maximum Reference.
Ref
MIN
Bepaalt de relatie tussen de referentie-ingang met een
waarde van 0% (gewoonlijk 0 V, 0 mA, 4 mA) en de totale
referentie. De minimumreferentiewaarde die is ingesteld in
3-02 Minimum Reference.
1
1
5