Parameterbeschrijving
25-84 Pomp AAN-tijd
Array [2]
Range:
0 h
[0 -
*
2147483647 h]
3
3
25-85 Relais AAN-tijd
Array [2]
Range:
0 h
[0 -
*
2147483647 h]
25-86 Reset relaistellers
Option:
[0]
Niet resetten
*
[1]
Resetten
200
®
VLT
Functie:
Uitlezing van de waarde voor de AAN-tijd
van de pomp. De cascaderegelaar heeft
aparte tellers voor de pompen en voor de
relais die de pompen besturen. Pomp
AAN-tijd bewaakt de 'draaiuren' van elke
pomp. De waarde van elke teller voor
Pomp AAN-tijd kan worden teruggezet
naar 0 door in de parameter te schrijven,
bijvoorbeeld als de pomp wordt
vervangen in verband met onderhoud.
Functie:
Uitlezing van de waarde van Relais AAN-
tijd. De cascaderegelaar heeft aparte tellers
voor de pompen en voor de relais die de
pompen besturen. Het afwisselen van de
pompen gebeurt altijd op basis van de
relaistellers om te voorkomen dat een
nieuwe pomp continu wordt gebruikt
wanneer deze in de plaats is gekomen
voor een andere en de bijbehorende
waarde in 25-84 Pomp AAN-tijd is
teruggezet naar 0. Om 25-04 Pompwisseling
te kunnen gebruiken, bewaakt de cascade-
regelaar de Relais AAN-tijd.
Functie:
Reset alle elementen in de tellers voor
25-85 Relais AAN-tijd.
MG.11.CD.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
HVAC Drive Programmeerhandleiding
3.23.6 25-9* Service
Parameters die worden gebruikt in verband met het
onderhoud van een of meer bestuurde pompen.
25-90 Pompvergrend.
Array [2]
Option:
Functie:
Via deze parameter kunnen een of meer vaste
hoofdpompen worden uitgeschakeld. De pomp wordt
in dat geval bijvoorbeeld niet geselecteerd voor
staging, ook al is het de volgende pomp in de
bedieningsreeks. Het is niet mogelijk om de
hoofdpomp uit te schakelen door middel van het
pompvergrendelcommando.
De vergrendeling van de digitale ingang kan worden
geselecteerd via Vergr. pomp 1-3 [130-132] in parame-
tergroep 5-1* Dig. ingangen.
[0]
Uit
De pomp is beschikbaar voor staging/destaging.
*
[1]
Aan Het pompvergrendelcommando wordt gegeven. Als
een pomp actief is, wordt deze onmiddellijk gefaseerd
uitgeschakeld. Als de pomp niet actief is, is staging
niet meer mogelijk.
25-91 Handm. wisselen
Range:
0
[
0 - par.
*
25-06 ]
Functie:
Uitleesparameter voor de actuele pomp met
variabele snelheid in het systeem. Deze
parameter wordt bijgewerkt zodat deze altijd
betrekking blijft houden op de huidige pomp
met variabele snelheid in het systeem, ook na
een pompwisseling. Als er geen hoofdpomp is
geselecteerd (cascaderegelaar uitgeschakeld of
alle pompen vergrendeld), zal het display GEEN
weergeven.