Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT HVAC Drive Series Programmeerhandleiding pagina 164

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT HVAC Drive Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
3.20.2 22-3* Verm.aanp. geen flow
Afstelprocedure als 22-20 Laag verm. autosetup niet is
ingesteld op Ingesch.:
1.
Sluit de hoofdklep om de stroming te stoppen
2.
Draai met ingeschakelde motor totdat het
systeem de normale bedrijfstemperatuur heeft
bereikt.
3.
Druk op [Hand on] op het LCP en pas de snelheid
aan tot circa 85% van de nominale snelheid.
Noteer de exacte snelheid.
4.
Lees het energieverbruik af aan de hand van het
actuele vermogen in de dataregel op het LCP of
bekijk de waarde van 16-10 Verm. [kW] of
16-11 Verm. [pk] via het hoofdmenu. Noteer de
uitgelezen vermogenswaarde.
5.
Wijzig de snelheid tot circa 50% van de nominale
snelheid. Noteer de exacte snelheid.
6.
Lees het energieverbruik af aan de hand van het
actuele vermogen in de dataregel op het LCP of
bekijk de waarde van 16-10 Verm. [kW] of
16-11 Verm. [pk] via het hoofdmenu. Noteer de
uitgelezen vermogenswaarde.
7.
Programmeer de snelheden die worden gebruikt
in 22-32 Lage snelh. [tpm], 22-33 Lage snelh. [Hz]
en 22-36 Hoge snelh. [tpm]. 22-37 Hoge snelh. [Hz]
8.
Programmeer de bijbehorende vermogens-
waarden in 22-34 Verm. lage snelh. [kW],
22-35 Verm. lage snelh. [pk] en 22-38 Verm. hoge
snelh. [kW]. 22-39 Verm. hoge snelh. [pk]
9.
Schakel terug via [Auto on] of [Off].
NB
Stel 1-03 Koppelkarakteristiek in voordat het afstellen
begint.
22-30 Verm. geen flow
Range:
Functie:
0.00
[0.00 -
Uitlezing van het berekende vermogen bij
kW
0.00 kW]
een situatie zonder stroming bij de actuele
*
snelheid. Als het vermogen onder de
displaywaarde zakt, zal de
frequentieomvormer deze conditie
beschouwen als een situatie zonder
stroming.
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
MG.11.CD.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
22-31 Verm.correctiefactor
Range:
Functie:
100
[1 -
Voer correcties uit op het berekende vermogen
%
400 %]
bij 22-30 Verm. geen flow.
*
Als een situatie zonder flow wordt
gedetecteerd, terwijl deze niet zou moeten
worden gedetecteerd, moet een lagere waarde
worden ingesteld. Als een situatie zonder flow
echter niet wordt gedetecteerd, terwijl deze
wél zou moeten worden gedetecteerd, moet de
waarde worden verhoogd tot meer dan 100%.
22-32 Lage snelh. [tpm]
Range:
Functie:
Size
[ 0 - par.
Moet worden gebruikt als 0-02 Eenh.
related
22-36
motortoerental is ingesteld op TPM
*
RPM]
(parameter niet zichtbaar als Hz is
geselecteerd).
Stel de snelheid in voor een niveau van
50%.
Deze functie wordt gebruikt om de
benodigde waarden voor de fijnaf-
stelling van Detectie geen flow op te
slaan.
22-33 Lage snelh. [Hz]
Range:
Functie:
Size
[
0.0 -
Moet worden gebruikt als 0-02 Eenh.
related
par. 22-37
motortoerental is ingesteld op Hz
*
Hz]
(parameter niet zichtbaar als TPM is
geselecteerd).
Stel de snelheid in voor een niveau van
50%.
De functie wordt gebruikt om de
benodigde waarden voor de fijnaf-
stelling van Detectie geen flow op te
slaan.
22-34 Verm. lage snelh. [kW]
Range:
Functie:
Size
[
0.00 -
Moet worden gebruikt als 0-03 Regionale
related
0.00 kW]
instellingen is ingesteld op Internationaal
*
(parameter niet zichtbaar als Noord-
Amerika is geselecteerd).
Stel het energieverbruik in voor een
snelheidsniveau van 50%.
Deze functie wordt gebruikt om de
benodigde waarden voor de fijnafstelling
van Detectie geen flow op te slaan.
3
3
163

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave