Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT HVAC Drive Series Programmeerhandleiding pagina 34

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT HVAC Drive Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
0-30 Eenheid voor uitlezing gebr.
Option:
Functie:
[80]
kW
[120] GPM
[121] gal/s
[122] gal/min
[123] gal/u.
[124] CFM
[125] ft3/s
[126] ft3/min
[127] ft3/u.
[130] lb/s
[131] lb/min
[132] lb/u.
[140] ft/s
[141] ft/min
[145] ft
[160] °F
[170] psi
[171] lb/in²
[172] in wg
[173] ft WG
[174] in Hg
[180] pk
0-31 Min. waarde uitlezing klant
Range:
Size
[ 0.00 - 100.00
Via deze parameter kan de
related
CustomRea-
minimale waarde van de door de
*
doutUnit]
gebruiker gedefinieerde uitlezing
worden geselecteerd (vindt plaats
bij nulsnelheid). Het selecteren van
een andere waarde dan 0 is alleen
mogelijk wanneer 0-30 Eenheid
voor uitlezing gebr. is ingesteld op
een lineaire eenheid. Voor kwadra-
tische en kubieke eenheden is de
minimumwaarde altijd 0.
0-32 Max. waarde uitlezing klant
Range:
100.00 Custom-
[
par. 0-31 -
ReadoutUnit
999999.99
*
CustomRea-
doutUnit]
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
Functie:
Functie:
Deze parameter bepaalt de
maximumwaarde die moet
worden weergegeven
wanneer de motorsnelheid de
ingestelde waarde in
4-13 Motorsnelh. hoge begr.
[RPM] of 4-14 Motorsnelh.
hoge begr. [Hz] heeft bereikt
(hangt af van de instelling in
0-02 Eenh. motortoerental).
MG.11.CD.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
0-37 Displaytekst 1
Range:
Functie:
0
[0 -
In deze parameter kan een aparte tekstreeks worden
*
0 ]
geschreven om op het LCP te worden weergegeven
of te worden gelezen via seriële communicatie. Om
de tekst permanent weer te geven, selecteert u
Displaytekst 1 in 0-20 Displayregel 1.1 klein,
0-21 Displayregel 1.2 klein, 0-22 Displayregel 1.3 klein,
0-23 Displayregel 2 groot of 0-24 Displayregel 3 groot.
Gebruik de toetsen [
teken te wijzigen. Gebruik de toetsen [
de cursor te verplaatsen. Als een teken is gemarkeerd,
kan deze worden gewijzigd. Gebruik de toetsen [
en [
] op het LCP om een teken te wijzigen. Een
teken kan worden tussengevoegd door de cursor
tussen twee tekens te plaatsen en op [
drukken.
0-38 Displaytekst 2
Range:
Functie:
0
[0 -
In deze parameter kan een aparte tekstreeks worden
*
0 ]
geschreven om op het LCP te worden weergegeven
of te worden gelezen via seriële communicatie. Om
de tekst permanent weer te geven, selecteert u
Displaytekst 2 in 0-20 Displayregel 1.1 klein,
0-21 Displayregel 1.2 klein, 0-22 Displayregel 1.3 klein,
0-23 Displayregel 2 groot of 0-24 Displayregel 3 groot.
Gebruik de toetsen [
teken te wijzigen. Gebruik de toetsen [
de cursor te verplaatsen. Als een teken is gemarkeerd
door de cursor kan dit teken worden gewijzigd. Een
teken kan worden tussengevoegd door de cursor
tussen twee tekens te plaatsen en op [
drukken.
0-39 Displaytekst 3
Range:
Functie:
0
[0 -
In deze parameter kan een aparte tekstreeks worden
*
0 ]
geschreven om op het LCP te worden weergegeven
of te worden gelezen via seriële communicatie. Om
de tekst permanent weer te geven, selecteert u
Displaytekst 3 in 0-20 Displayregel 1.1 klein,
0-21 Displayregel 1.2 klein, 0-22 Displayregel 1.3 klein,
0-23 Displayregel 2 groot of 0-24 Displayregel 3 groot.
Gebruik de toetsen [
teken te wijzigen. Gebruik de toetsen [
de cursor te verplaatsen. Als een teken is gemarkeerd
door de cursor kan dit teken worden gewijzigd. Een
teken kan worden tussengevoegd door de cursor
tussen twee tekens te plaatsen en op [
drukken.
] en [
] op het LCP om een
] en [
] om
]
] of [
] te
] en [
] op het LCP om een
] en [
] om
] of [
] te
] en [
] op het LCP om een
] en [
] om
] of [
] te
33
3
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave