Parameterbeschrijving
3-11 Jog-snelh. [Hz]
Range:
Functie:
Size
[ 0.0 - par.
De jogsnelheid is de vaste uitgangs-
related
4-14 Hz]
snelheid waarbij de
*
frequentieomvormer actief is wanneer
de jogfunctie is geactiveerd.
Zie ook 3-80 Jog ramp-tijd.
3-13 Referentieplaats
Option:
Functie:
Selecteer welke referentieplaats moet
worden geactiveerd.
[0]
Gekoppeld
Gebruik de lokale referentie in de
*
Hand/Auto
handmodus en de externe referentie in de
automodus.
[1]
Extern
Gebruik de externe referentie zowel in de
handmodus als de automodus.
[2]
Lokaal
Gebruik de lokale referentie in zowel de
handmodus als de automodus.
NB
Wanneer de waarde Lokaal [2] is
geselecteerd, zal de
frequentieomvormer deze instelling
gebruiken bij het opnieuw opstarten na
een uitschakeling.
3-14 Ingestelde relatieve ref.
Range:
Functie:
0.00
[-100.00 -
De actuele referentie, X, wordt verhoogd of
%
100.00 %]
verlaagd met percentage Y, dat is ingesteld
*
in 3-14 Ingestelde relatieve ref.. Dit levert de
actuele referentie, Z, op. Actuele referentie
(X) is de som van de ingangen die zijn
geselecteerd in 3-15 Referentiebron 1,
3-16 Referentiebron 2, 3-17 Referentiebron 3
en 8-02 Stuurwoordbron.
Afbeelding 3.13
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
MG.11.CD.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Z
-100
0
Afbeelding 3.14
3-15 Referentiebron 1
Option:
Functie:
Stel in welke referentie-ingang moet
worden gebruikt voor het eerste
referentiesignaal. 3-15 Referentiebron
1, 3-16 Referentiebron 2 en
3-17 Referentiebron 3 definiëren
maximaal drie verschillende referen-
tiesignalen. De som van deze
referentiesignalen bepaalt de
actuele referentie.
[0]
Geen functie
[1]
Anal. ingang 53
*
[2]
Anal. ingang 54
[7]
Pulsingang 29
[8]
Pulsingang 33
[20] Dig. potmeter
[21] Anal. ingang X30/11
[22] Anal. ingang X30/12
[23] Anal. ingang X42/1
[24] Anal. ingang X42/3
[25] Anal. ingang X42/5
[29] Anal. ingang X48/2
[30] Uitgebr. met terugk. 1
[31] Uitgebr. met terugk. 2
[32] Uitgebr. met terugk. 3
NB
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de
motor loopt.
3-16 Referentiebron 2
Option:
Stel in welke referentie-ingang
moet worden gebruikt voor het
tweede referentiesignaal.
3-15 Referentiebron 1, 3-16 Referen-
tiebron 2 en 3-17 Referentiebron 3
definiëren maximaal drie
verschillende referentiesignalen. De
X
Y
100
%
P 3-14
Functie:
57
3
3