Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT HVAC Drive Series Programmeerhandleiding pagina 49

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT HVAC Drive Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
andere gevallen zal de frequentieomvormer de motor bij
die snelheid opvangen en normaal bedrijf hervatten. Zie
de beschrijving bij 1-70 PM Start Mode voor de aanbevolen
instellingen.
3
3
Stroombegrenzingen bij gebruik van het vliegendestart-
principe voor PM-motoren:
Het snelheidsbereik loopt tot 100% van de
nominale snelheid of de veldverzwakkings-
snelheid (de laagste van deze twee).
PMSM met een hoge tegen-EMK (> 300 VLL
(rms)) en een hoge spoelinductie (> 10 mH)
hebben meer tijd nodig om de kortsluitstroom te
verlagen tot nul en kunnen gevoelig zijn voor
een foutieve schatting.
Stroomtests zijn enkel mogelijk tot een snelheid
van 300 Hz. Voor bepaalde eenheden ligt deze
grens bij 250 Hz; dit geldt voor alle eenheden
van 200-240 V met een vermogen tot en met 2,2
kW en alle eenheden van 380-480 V met een
vermogen tot en met 4 kW.
Stroomtests zijn enkel mogelijk bij een machine-
vermogen tot 22 kW.
De tests zijn in principe ook mogelijk bij
machines met uitspringende polen (IPMSM) maar
zijn nog niet geverifieerd voor dergelijke
machines.
Voor toepassingen met een hoge traagheid (bijv.
wanneer de traagheid van de belasting meer dan
30 keer hoger is dan de traagheid van de motor)
wordt het gebruik van een remweerstand
aangeraden om uitschakeling (trip) door
overspanning te voorkomen bij inschakeling van
de vliegendestartfunctie, wat met een hoge
snelheid gebeurt.
1-77 Max startsnelh compressor [tpm]
Range:
0
[0,0 -
tpm
max.
*
uitgangs-
snelheid]
48
®
VLT
Functie:
De parameter maakt een hoog startkoppel
mogelijk. Dit is een functie waarbij de
stroomgrens en de koppelbegrenzing bij het
starten van de motor worden genegeerd. De
tijd, vanaf het moment dat het startsignaal
wordt gegeven tot aan het moment dat de
snelheid de ingestelde snelheid in deze
parameter overschrijdt, wordt een 'startzone'
waar de stroomgrens en de motorkoppe-
lingsbegrenzing zijn ingesteld op de
maximaal haalbare waarden voor de
combinatie van frequentieomvormer en
motor. Deze parameter is gewoonlijk
ingesteld op dezelfde waarde als
4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM]. Als de
waarde is ingesteld op nul is de functie niet
actief.
MG.11.CD.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
HVAC Drive Programmeerhandleiding
1-77 Max startsnelh compressor [tpm]
Range:
NB
1-77 Max startsnelh compressor [tpm] heeft geen effect als
1-10 Motorconstructie = PM, niet-uitspr. SPM [1].
1-78 Max startsnelh compressor [Hz]
Range:
Size
[ 0.0
related
- par.
*
4-14
Hz]
Functie:
In deze 'startzone' is 3-82 Aanlooptijd bij start
actief in plaats van 3-40 Ramp 1 Type om
tijdens de start extra te versnellen en om de
tijd te beperken waarbij de motor onder de
minimale snelheid voor de toepassing werkt.
De tijd zonder bescherming van de
stroomgrens en de koppelbegrenzing mag
de ingestelde waarde in 1-79 Max starttijd
compressor tot uitsch niet overschrijden. Als
dit wel gebeurt, zal de frequentieomvormer
uitschakelen (trip) en het alarm Start mislukt
[A18] genereren.
Wanneer deze functie wordt geactiveerd om
een snelle start te realiseren, wordt ook
1-86 Uitsch lg snelh [tpm] geactiveerd om de
toepassing te beschermen tegen een
werking onder de minimale motorsnelheid,
bijv. bij de stroomgrens.
Deze functie maakt een hoog startkoppel en
het gebruik van een snelle aanlooptijd bij
het starten mogelijk. Om te zorgen voor een
goede opbouw van een hoog koppel tijdens
de start kunnen diverse trucjes worden
toegepast door slim gebruik te maken van
startvertraging, startsnelheid en startstroom.
Functie:
De parameter maakt een hoog startkoppel
mogelijk. Dit is een functie waarbij de
stroomgrens en de koppelbegrenzing bij het
starten van de motor worden genegeerd. De
tijd, vanaf het moment dat het startsignaal
wordt gegeven tot aan het moment dat de
snelheid de ingestelde snelheid in deze
parameter overschrijdt, wordt een 'startzone'
waar de stroomgrens en de motorkoppelings-
begrenzing zijn ingesteld op de maximaal
haalbare waarden voor de combinatie van
frequentieomvormer en motor. Deze parameter
is gewoonlijk ingesteld op dezelfde waarde als
4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM]. Als de
waarde is ingesteld op nul is de functie niet
actief.
In deze 'startzone' is 3-82 Aanlooptijd bij start
actief in plaats van 3-41 Ramp 1 aanlooptijd om
tijdens de start extra te versnellen en om de
tijd te beperken waarbij de motor onder de
minimale snelheid voor de toepassing werkt.
De tijd zonder bescherming van de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave