Parameterbeschrijving
13-51 SL Controller Event
Array [20]
Option:
[26]
Log. regel 0
[27]
Log. regel 1
3
3
[28]
Log. regel 2
[29]
Log. regel 3
[30]
SL time-out 0
[31]
SL time-out 1
[32]
SL time-out 2
[33]
Digitale ingang DI18
[34]
Digitale ingang DI19
[35]
Digitale ingang DI27
[36]
Digitale ingang DI29
[37]
Digitale ingang DI32
[38]
Digitale ingang DI33
[39]
Startcommando
[40]
Omv. gestopt
[41]
Reset uitsch.
[42]
Uitsch autoreset
[43]
Toets OK
[44]
Toets Reset
[45]
Toets links
[46]
Toets rechts
[47]
Toets omhoog
[48]
Toets omlaag
[50]
Comparator 4
[51]
Comparator 5
[60]
Log. regel 4
[61]
Log. regel 5
[70]
SL time-out 3
[71]
SL time-out 4
[72]
SL time-out 5
[73]
SL time-out 6
[74]
SL time-out 7
[76]
Dig. ingang X30/2
[77]
Dig. ingang X30/3
[78]
Dig. ingang X30/4
[80]
Geen flow
[81]
Droge pomp
[82]
Einde curve
[83]
Band defect
[90]
ECB omv.modus
[91]
ECB bypassmodus
[92]
ECB testmodus
[100] Brandmodus
13-52 SL-controlleractie
Array [20]
Option:
116
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
Functie:
Functie:
Selecteer de actie die overeenkomt met
de SLC-gebeurtenis. Acties worden
uitgevoerd wanneer de bijbehorende
gebeurtenis (gedefinieerd in 13-51 SL
MG.11.CD.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
13-52 SL-controlleractie
Array [20]
Option:
Functie:
Controller Event) als TRUE is geëvalueerd.
De volgende acties kunnen worden
geselecteerd:
[0]
UITGESCH.
*
[1]
Geen actie
[2]
Kies setup 1
Wijzigt de actieve setup (0-10 Actieve
setup) naar '1'.
[3]
Kies setup 2
Wijzigt de actieve setup (0-10 Actieve
setup) naar '2'.
[4]
Kies setup 3
Wijzigt de actieve setup (0-10 Actieve
setup) naar '3'.
[5]
Kies setup 4
Wijzigt de actieve setup (0-10 Actieve
setup) naar '4'. Bij een wijziging van de
setup wordt de setup samengevoegd
met andere setupcommando's die via
de digitale ingangen of een veldbus
worden gegeven.
[10]
Kies ingest. ref 0
Selecteert vooraf ingestelde referentie 0.
[11]
Kies ingest. ref 1
Selecteert vooraf ingestelde referentie 1.
[12]
Kies ingest. ref 2
Selecteert vooraf ingestelde referentie 2.
[13]
Kies ingest. ref 3
Selecteert vooraf ingestelde referentie 3.
[14]
Kies ingest. ref 4
Selecteert vooraf ingestelde referentie 4.
[15]
Kies ingest. ref 5
Selecteert vooraf ingestelde referentie 5.
[16]
Kies ingest. ref 6
Selecteert vooraf ingestelde referentie 6.
[17]
Kies ingest. ref 7
Selecteert vooraf ingestelde referentie 7.
Als de actieve, vooraf ingestelde
referentie wordt gewijzigd, zal deze
worden samengevoegd met de andere
vooraf ingestelde referentiecommando's
die via de digitale ingangen of een
veldbus worden gegeven.
[18]
Kies ramp 1
Selecteert aan/uitloop 1.
[19]
Kies ramp 2
Selecteert aan/uitloop 2.
[22]
Dr.
Geeft een startcommando aan de
frequentieomvormer.
[23]
Omgekrd dr.
Geeft een commando voor omgekeerd
starten aan de frequentieomvormer.
[24]
Stop
Geeft een stopcommando aan de
frequentieomvormer.
[26]
Dcstop
Geeft een DC-stopcommando aan de
frequentieomvormer.
[27]
Vrijloop
De frequentieomvormer loopt
onmiddellijk vrij. Alle stopcommando's,
waaronder het vrijloopcommando,
stoppen de SLC.