Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hoofdmenu - Smart Logic - Groep; Slc-Instellingen - Danfoss VLT HVAC Drive Series Programmeerhandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT HVAC Drive Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
3.13 Hoofdmenu – Smart Logic – Groep 13
3.13.1 13-** Smart Logic
Smart Logic Control (SLC) is in feite een reeks van gebrui-
kersgedefinieerde acties (zie 13-52 SL-controlleractie [x]) die
3
3
worden uitgevoerd door de SLC als de bijbehorende
gebruikersgedefinieerde gebeurtenis (zie 13-51 SL Controller
Event [x]) door de SLC wordt geëvalueerd als TRUE.
Gebeurtenissen en acties zijn genummerd en in paren
gekoppeld. Dit betekent dat actie [0] wordt uitgevoerd
wanneer gebeurtenis [0] heeft plaatsgevonden (de waarde
TRUE heeft gekregen). Hierna worden de omstandigheden
van gebeurtenis [1] geëvalueerd en bij de evaluatie TRUE
wordt actie [1] uitgevoerd, enz. Er wordt steeds slechts één
gebeurtenis geëvalueerd. Als een gebeurtenis wordt
geëvalueerd als FALSE gebeurt er niets (in de SLC) tijdens
het huidige scaninterval en zullen er geen andere gebeurte-
nissen worden geëvalueerd. Dit betekent dat bij het starten
van de SLC gebeurtenis [0] (en enkel gebeurtenis [0]) tijdens
elk scaninterval zal worden geëvalueerd. Alleen als
gebeurtenis [0] is geëvalueerd als TRUE voert de SLC actie
[0] uit en begint hij met het evalueren van gebeurtenis [1].
Er kunnen 1 tot 20 gebeurtenissen en acties worden
geprogrammeerd.
Nadat de laatste gebeurtenis/actie is geëvalueerd, begint de
cyclus opnieuw vanaf gebeurtenis [0]/actie [0]. De
afbeelding toont een voorbeeld met drie gebeurtenissen/
acties.
Afbeelding 3.31
SLC starten en stoppen:
Het starten en stoppen van de SLC kan worden uitgevoerd
door Aan [1] of Uit [0] te selecteren in 13-00 SL- control-
lermodus. De SLC start altijd in status 0 (waarbij gebeurtenis
[0] wordt geëvalueerd). De SLC start wanneer de startge-
beurtenis (gedefinieerd in 13-01 Gebeurt. starten) wordt
geëvalueerd als TRUE (op voorwaarde dat Aan [1] is
geselecteerd in 13-00 SL- controllermodus). De SLC stopt
zodra Gebeurt. stoppen (13-02 Gebeurt. stoppen) TRUE is.
13-03 SLC resetten reset alle SLC-parameters en start het
programmeren geheel opnieuw.
106
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
MG.11.CD.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss

3.13.2 13-0* SLC-instellingen

Gebruik de SLC-instellingen voor het inschakelen,
uitschakelen of resetten van de Smart Logic Control-reeks.
De logische functies en comparatoren draaien altijd mee
op de achtergrond, die opengaat voor een afzonderlijke
regeling van digitale in- en uitgangen.
13-00 SL- controllermodus
Option:
Functie:
[0]
Uit
Schakelt de Smart Logic Controller uit.
[1]
Aan
Schakelt de Smart Logic Controller in.
13-01 Gebeurt. starten
Option:
Functie:
Selecteer de booleaanse ingang
(TRUE of FALSE) voor het activeren
van de Smart Logic Control.
[0]
FALSE
Voert de vaste waarde FALSE in de
*
logische regel in.
[1]
TRUE
Voert de vaste waarde TRUE in de
logische regel in.
[2]
Actief
Zie parametergroep 5-3* voor meer
informatie.
[3]
Binnen bereik
Zie parametergroep 5-3* voor meer
informatie.
[4]
Op referentie
Zie parametergroep 5-3* voor meer
informatie.
[5]
Koppelbegr.
Zie parametergroep 5-3* voor meer
informatie.
[6]
Stroombegr.
Zie parametergroep 5-3* voor meer
informatie.
[7]
Buiten stroombereik Zie parametergroep 5-3* voor meer
informatie.
[8]
Onder I, laag
Zie parametergroep 5-3* voor meer
informatie.
[9]
Boven I, hoog
Zie parametergroep 5-3* voor meer
informatie.
[10]
Buiten snelh.-bereik
[11]
Onder snelh., laag
Zie parametergroep 5-3* voor meer
informatie.
[12]
Boven snelh., hoog
Zie parametergroep 5-3* voor meer
informatie.
[13]
Buiten terugk.bereik
[14]
Onder terugk., laag
[15]
Boven terugk., hoog
[16]
Therm. waarsch.
Zie parametergroep 5-3* voor meer
informatie.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave