Parameterbeschrijving
14-12 Functie bij onbalans netsp.
Option:
3
3
[0]
Uitsch.
*
[1]
Waarsch. Selecteer Waarsch. [1] om een waarschuwing te
[2]
Uitgesch. Selecteer Uitgesch. [2] als geen actie nodig is.
[3]
Reductie Selecteer Reductie [3] om voor reductie van de
Parameters voor het configureren van de afhandeling van
resets, afhandeling van speciale uitschakelingen (trip) en
zelftest of initialisatie van de stuurkaart.
14-20 Resetmodus
Option:
[0]
Handm. reset
*
[1]
Autom. reset x 1
[2]
Autom. reset x 2
[3]
Autom. reset x 3
[4]
Autom. reset x 4
[5]
Autom. reset x 5
[6]
Autom. reset x 6
[7]
Autom. reset x 7
[8]
Autom. reset x 8
[9]
Autom. reset x 9
[10] Autom. reset x 10
[11] Autom. reset x 15
[12] Autom. reset x 20
[13] Onbegr. aut. reset Selecteer Onbegr. aut. reset [13] om
NB
Een automatische reset wordt ook gebruikt om de functie
Veilige stop te resetten.
120
VLT
Functie:
Werking bij ernstige onbalans van het net
vermindert de levensduur van de motor. De
condities worden als ernstig beschouwd wanneer
de motor continu in bedrijf is met een bijna
nominale belasting (bijv. een pomp of ventilator
die bijna op volle toeren draait).
Wanneer een ernstige onbalans van het net
wordt gedetecteerd:
Selecteer Uitsch. [0] om de frequentieomvormer
uit te schakelen.
genereren.
frequentieomvormer te zorgen.
Functie:
Stel in welke resetfunctie moet worden
gebruikt na een uitschakeling (trip). Na
de reset kan de frequentieomvormer
opnieuw worden gestart.
Selecteer Handm. reset [0] om een reset
uit te voeren via [Reset] of via de
digitale ingangen.
Selecteer Autom. reset x 1 ... x 20 [1]-[12]
om één tot twintig automatische resets
uit te voeren na een uitschakeling (trip).
altijd te resetten na een uitschakeling
(trip).
MG.11.CD.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
®
HVAC Drive Programmeerhandleiding
NB
De instelling in 14-20 Resetmodus wordt genegeerd
wanneer de brandmodus is ingeschakeld (zie parame-
tergroep 24-0* Brandmodus).
14-21 Tijd tot autom. herstart
Range:
10 s
[0 - 600
*
s]
14-22 Bedrijfsmodus
Option:
[0]
Normaal
bedrijf
*
[1] Stuurkaarttest Selecteer Stuurkaarttest [1] om de analoge en
Functie:
Stel het tijdsinterval tussen de uitschakeling
(trip) en de start van de automatische
resetfunctie in. Deze parameter is actief
wanneer 14-20 Resetmodus is ingesteld op
Autom. reset [1] - [13].
Functie:
Gebruik deze parameter om normaal bedrijf
te specificeren, tests uit te voeren of alle
parameters behalve 15-03 Inschakelingen,
15-04 x Overtemp. en 15-05 x Overspann. te
initialiseren. Deze functie is alleen actief
wanneer het afgegeven vermogen wordt
teruggevoerd (uitschakelen – inschakelen)
naar de frequentieomvormer.
Selecteer Normaal bedrijf [0] voor normaal
bedrijf van de frequentieomvormer met de
motor in de geselecteerde toepassing.
digitale ingangen en de +10 V-stuurspanning
te controleren. Voor deze test is een
teststekker met interne aansluitingen nodig.
Ga voor de stuurkaarttest als volgt te werk:
1.
Selecteer Stuurkaarttest [1].
2.
Schakel de netvoeding af en wacht
tot de displayverlichting uit gaat.
3.
Zet de schakelaars S201 (A53) en
S202 (A54) = 'AAN'/I.
4.
Plaats de teststekker (zie hieronder).
5.
Sluit aan op de netvoeding.
6.
Voer diverse tests uit.
7.
De resultaten worden weergegeven
op het LCP en de
frequentieomvormer komt in een
oneindige lus terecht.
8.
14-22 Bedrijfsmodus wordt
automatisch ingesteld op Normaal
bedrijf. Schakel na het uitvoeren
van een stuurkaarttest de frequen-
tieomvormer af en weer in om in
Normaal bedrijf op te starten.
Als de test OK is:
LCP Uitlez.: Stuurkaart OK.