Parameterbeschrijving
22-45 Boost instelpt
Range:
Functie:
0
[-100
Kan alleen worden gebruikt als 1-00 Configura-
%
- 100
tiemodus is ingesteld op Met terugk. en de
*
%]
ingebouwde PI-regelaar wordt gebruikt. In
systemen met een constante druk, bijvoorbeeld,
kan het nuttig zijn om de druk in het systeem te
verhogen voordat de motor wordt gestopt. Dit
verlengt de tijd waarin de motor wordt gestopt en
helpt veelvuldig starten/stoppen te voorkomen.
Programmeer de overdruk/-temperatuur die moet
zijn bereikt voordat het systeem in de Slaapstand
gaat. Voer de waarde in als een percentage van
het setpoint voor de druk (Pset)/temperatuur.
Bij een instelling van 5% zal de boostdruk
Pset*1,05 bedragen. Negatieve waarden kunnen
worden gebruikt voor bijvoorbeeld koeltorenbe-
sturing waarbij een negatieve wijziging nodig is.
22-46 Max. boosttijd
Range:
Functie:
60 s
[0 -
Kan alleen worden gebruikt als 1-00 Configura-
*
600 s]
tiemodus is ingesteld op Met terugk. en de
ingebouwde PI-regelaar wordt gebruikt om de
druk te regelen.
Programmeer de maximumtijd waarbij de
boostmodus is toegestaan. Als de ingestelde tijd
wordt overschreden, wordt de Slaapstand
geactiveerd en wordt niet gewacht totdat de
boostdruk wordt bereikt.
3.20.4 22-5* Einde curve
De Einde-curvecondities doen zich voor wanneer een
pomp een te hoog volume genereert om de ingestelde
druk te handhaven. Dit kan het geval zijn bij lekkage in de
distributieleidingen na de pomp waardoor de pomp actief
is aan het einde van de pompkarakteristiek die van
toepassing is bij de maximumsnelheid die is ingesteld in
4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] of 4-14 Motorsnelh. hoge
begr. [Hz].
Wanneer de terugkoppeling gedurende een vooraf
ingestelde tijd (22-51 Einde-curvevertr.) 2,5% van de
ingestelde waarde in 20-14 Max. referentie/terugk. (of de
numerieke waarde van 20-13 Minimumreferentie/terugk., als
deze hoger is) lager is dan het setpoint voor de gewenste
druk, en de pomp op de ingestelde maximumsnelheid in
4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] of 4-14 Motorsnelh. hoge
begr. [Hz] draait, zal de geselecteerde functie in
22-50 Einde-curvefunctie worden uitgevoerd.
Het is mogelijk om een signaal op een van de digitale
uitgangen te geven door Einde curve [192] te selecteren in
parametergroep 5-3* Dig. uitgangen en/of parametergroep
5-4* Relais. Het signaal zal actief zijn wanneer een Einde-
curveconditie optreedt en 22-50 Einde-curvefunctie niet is
ingesteld op Uit. De Einde-curvefunctie kan enkel worden
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
MG.11.CD.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
gebruikt wanneer wordt gewerkt met de ingebouwde PID-
regelaar (Met terugk. in 1-00 Configuratiemodus).
22-50 Einde-curvefunctie
Option:
Functie:
[0]
Uit
Bewaking van Einde curve niet actief.
*
[1]
Waarsch.
De frequentieomvormer zal actief blijven, maar
wel een waarschuwing wegens Einde curve
[W94] genereren. Via een digitale uitgang van
de frequentieomvormer of via seriële
communicatie kan een waarschuwing worden
doorgegeven aan andere apparatuur.
[2]
Alarm
De frequentieomvormer zal stoppen en een
alarm wegens Einde curve [A94] genereren. Via
een digitale uitgang van de frequentieom-
vormer of via seriële communicatie kan een
alarm worden doorgegeven aan andere
apparatuur.
[3]
Handm.
De frequentieomvormer zal stoppen en een
reset alarm
alarm wegens Einde curve [A94] genereren. Via
een digitale uitgang van de frequentieom-
vormer of via seriële communicatie kan een
alarm worden doorgegeven aan andere
apparatuur.
NB
Bij een automatische herstart wordt het alarm opgeheven
en het systeem opnieuw gestart.
NB
Stel 14-20 Resetmodus niet in op Onbegr. aut. reset [13]
wanneer 22-50 Einde-curvefunctie is ingesteld op Alarm. [2].
In dat geval zal de frequentieomvormer namelijk blijven
schakelen tussen actief draaien en stoppen wanneer een
situatie met Einde curve wordt gedetecteerd.
NB
Als de frequentieomvormer is uitgerust met een constante
snelheidsbypass met een automatische bypassfunctie die
de bypass zal activeren wanneer de frequentieomvormer in
een alarmtoestand blijft hangen, moet u de automatische
bypassfunctie van de bypass altijd uitschakelen wanneer
Alarm [2] of Handm. reset alarm [3] is geselecteerd als
Einde-curvefunctie.
3
3
167