Parameterbeschrijving
1-78 Max startsnelh compressor [Hz]
Range:
Functie:
stroomgrens en de koppelbegrenzing mag de
ingestelde waarde in 1-79 Max starttijd
compressor tot uitsch niet overschrijden. Als dit
wel gebeurt, zal de frequentieomvormer
uitschakelen (trip) en het alarm Start mislukt
[A18] genereren.
Wanneer deze functie wordt geactiveerd om
een snelle start te realiseren, wordt ook
1-86 Uitsch lg snelh [tpm] geactiveerd om de
toepassing te beschermen tegen een werking
onder de minimale motorsnelheid, bijv. bij de
stroomgrens.
Deze functie maakt een hoog startkoppel en
het gebruik van een snelle aanlooptijd bij het
starten mogelijk. Om te zorgen voor een
goede opbouw van een hoog koppel tijdens
de start kunnen diverse trucjes worden
toegepast door slim gebruik te maken van
startvertraging, startsnelheid en startstroom.
NB
1-78 Max startsnelh compressor [Hz] heeft geen effect als
1-10 Motorconstructie = PM, niet-uitspr. SPM [1].
1-79 Max starttijd compressor tot uitsch
Range:
Functie:
5.0 s
[0.0 -
De tijd, vanaf het moment dat het startsignaal
*
10.0 s]
wordt gegeven tot aan het moment dat de
snelheid de ingestelde snelheid in 1-77 Max
startsnelh compressor [tpm] overschrijdt, mag de
ingestelde waarde in de huidige parameter niet
overschrijden. Als dit wel gebeurt, zal de
frequentieomvormer uitschakelen (trip) en het
alarm Start mislukt [A18] genereren.
Elke tijd die in 1-71 Startvertraging wordt
ingesteld om een startfunctie te kunnen
gebruiken, moet binnen de tijdslimiet worden
uitgevoerd.
NB
1-79 Max starttijd compressor tot uitsch heeft geen effect als
1-10 Motorconstructie = PM, niet-uitspr. SPM [1].
3.3.9 1-8* Stopaanpassingen
1-80 Functie bij stop
Option:
Functie:
Selecteer de functie van de
frequentieomvormer na een
stopcommando of wanneer de
frequentie is uitgelopen naar de
ingestelde waarde in 1-81 Min. snelh.
functie bij stop [RPM].
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
MG.11.CD.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
1-80 Functie bij stop
Option:
Functie:
De beschikbare opties zijn afhankelijk
van 1-10 Motorconstructie.
[0] Asynchroon:
[1] PM, niet-uitspr. SPM:
[0]
Vrijloop
Laat de motor vrijlopen.
*
[1]
DC-houd/
Voorziet de motor van een DC-
motorvoorverw
houdstroom (zie 2-00 DC-houd/
voorverw.stroom).
[2]
Motorcontr,
Genereert een waarschuwing als de
waarsch
motor niet is aangesloten.
[6]
Motorcontr,
Genereert een alarm als de motor niet is
alarm
aangesloten.
1-81 Min. snelh. functie bij stop [RPM]
Range:
Functie:
Size related
[0 - 600 RPM] Stel de snelheid in waarbij
*
1-80 Functie bij stop moet worden
geactiveerd.
1-82 Min. snelh. voor functie bij stop [Hz]
Range:
Size related
[ 0.0 - 20.0 Hz] Stel de uitgangsfrequentie in
*
waarbij 1-80 Functie bij stop moet
worden geactiveerd.
3.3.10 Uitschakeling (trip) bij minimale
motorsnelheid
Via 4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM] en 4-12 Motorsnelh.
lage begr. [Hz] kan de minimale motorsnelheid worden
ingesteld om te zorgen voor een goede oliedistributie.
In bepaalde gevallen, bijv. bij het werken op de
stroomgrens vanwege een defect in de compressor, kan de
motorsnelheid onder de minimale motorsnelheid worden
onderdrukt. Het is mogelijk om een uitschakellimiet in te
stellen om beschadiging van de compressor te voorkomen.
Als de motorsnelheid lager wordt dan deze limiet zal de
frequentieomvormer uitschakelen en een alarm (A49)
genereren.
Een reset zal plaatsvinden op basis van de geselecteerde
instelling in 14-20 Resetmodus.
Als de uitschakeling (trip) plaats moet vinden bij een
tamelijk specifieke snelheid (tpm) wordt aanbevolen om
[0] Vrijloop
[1] DC-houd
[2] Motorcontr, waarsch.
[6] Motorcontr, alarm
[0] Vrijloop
Functie:
49
3
3