4.2.2 Optionele uitvoering
Aquamatiek
Voeding
Controleren of de aquamatische stop, slangaansluitingen en vlotter
1
werken en niet lekken.
2
Controleren of de stromingsindicatie werkt en niet lekt.
Batterijnavulsysteem
Voeding
1
Controleren of het navulsysteem werkt en dicht is.
Datarecorder
Elektrische installatie
1
Controleren of de datarecorder is bevestigd en niet is beschadigd.
Inbouwlader
Lader
1
Netstekker en stroomkabel controleren.
Werking wegrijbeveiliging bij interne transportmiddelen met
2
inbouwlader controleren.
Kabel- en elektrische aansluitingen controleren op beschadigingen
3
en goed vastzitten.
4
Potentiaalmeting bij frame bij lopende laadcyclus uitvoeren.
Elektrische stuurinrichting
Sturen
Controleren of de elektrische stuurinrichting en de componenten
1
ervan werken.
Elektrolytcirculatie
Voeding
1
Filterwatten van het luchtfilter vervangen.
2
Slangaansluitingen controleren en controleren of de pomp werkt.
Lastrek
Hyd. bewegingen
Bevestiging van aanbouwapparaat aan het interne transportmiddel
1
en dragende elementen controleren.
90
W A B C
t
t
W A B C
t
W A B C
t
W A B C
t
t
t
t
W A B C
t
W A B C
t
t
W A B C
t