In liften en op laadbruggen rijden
U mag uitsluitend in liften rijden, wanneer deze voldoende hefvermogen hebben,
constructief geschikt zijn om te worden bereden, en door de eigenaar zijn vrijgegeven
om te worden bereden. Dit moet worden gecontroleerd voordat u in de lift of op de
laadbrug rijdt. Het interne transportmiddel met de last naar voren de lift in rijden en
een positie innemen waarin contact met de schachtwanden uitgesloten is. Personen,
die meerijden in de lift, mogen deze pas betreden, wanneer het vloertransportmiddel
veilig staat, en ze moeten de lift eerder verlaten dan het vloertransportmiddel. De
bestuurder moet controleren, dat tijdens het laden en lossen het laadplatform / de
laadbrug niet wordt verwijderd of losgemaakt.
Toestand van de te transporteren last
De bediener moet controleren of de lasten correct zijn geplaatst. Hij mag uitsluitend
veilig en zorgvuldig geplaatste lasten transporteren. Wanneer het gevaar bestaat dat
delen van de last kunnen kantelen of vallen, moet u geschikte veiligheidsmaatregelen
nemen. Vloeibare lasten moeten tegen zijn beveiligd tegen morsen.
54