A Gebruik volgens bestemming
1
Algemeen
Het in deze handleiding beschreven interne transportmiddel is geschikt voor het
heffen, neerlaten en vervoeren van lasten.
Het interne transportmiddel moet volgens de aanwijzingen in deze handleiding
worden gebruikt, bediend en onderhouden. Een ander gebruik is niet volgens de
bestemming en kan leiden tot lichamelijk letsel, beschadiging van het interne
transportmiddel of andere materiële schade.
2
Gebruik volgens bestemming
AANWIJZING
De maximaal op te nemen last en de maximaal toegestane lastafstand is
aangegeven op het lastplaatje. Deze mogen niet worden overschreden.
De last moet op het lastopnamemiddel liggen of worden opgenomen met een door de
fabrikant toegestaan aanbouwdeel.
De last moet tegen de achterkant van de vorkdrager en in het midden tussen de
lastvorken liggen.
– Heffen en neerlaten van lasten.
– Transporteren van neergelaten lasten.
– Rijden met opgeheven last (>500 mm) is verboden.
– Vervoeren en heffen van personen is verboden.
– Schuiven of trekken van lasten is verboden.
3
Toegestane gebruiksvoorwaarden
– Gebruik in industriële en bedrijfsomgeving.
– Toegestaan temperatuurbereik 5°C tot 40°C.
– Enkel gebruiken op bevestigde en vlakke ondergrond met voldoende
draagvermogen.
– Enkel gebruiken op overzichtelijke en door de exploitant vrijgegeven rijbanen.
– Oprijden van hellingen tot maximaal 15 %.
– Hellingen dwars of schuin op- of afrijden is verboden. Last aan bergzijde
transporteren.
– Gebruik op gedeeltelijk openbare verkeerswegen.
Z
Voor gebruik onder extreme omstandigheden is voor het interne transportmiddel
een speciale uitrusting en toelating vereist.
Het gebruik in ATEX-zones is niet toegestaan.
11