3.2
Gebruiksklaar maken
Intern transportmiddel inschakelen
Voorwaarden
– Controles en handelingen voorafgaande aan de dagelijkse inbedrijfstelling
uitgevoerd, (zie "Controles en handelingen vóór de dagelijkse inbedrijfstelling" op
pagina 49).
Werkwijze
• NOODSTOP (Batterijstekker) (6) tot naar beneden drukken.
• Intern transportmiddel inschakelen, daarvoor
• Sleutel in het contactslot (12) steken en tot de aanslag naar rechts draaien in de
stand „I" of bij CANCODE (11, o) de vrijschakelcode invoeren (zie
"Bedieningspaneel CanCode" op pagina 68).
• Knop waarschuwingssignaal (54) op goede werking controleren.
• Controleren of de claxon werkt.
• Stuurinrichting controleren op goede werking.
• Remfunctie (9) van de dissel controleren.
Intern transportmiddel is bedrijfsgereed.
t De batterijverbruik-indicatie (10) geeft de laadtoestand van de batterij weer.
o Het venster (CANDIS) (59) toont de aanwezige laadtoestand van de batterij en de
werkuren.
50