4.2.3 Rijden
VOORZICHTIG!
Uitsluitend met gesloten en correct vergrendelde kap rijden.
Wanneer u door strokengordijnen, klapdeuren en dergelijke rijdt, erop letten, dat
deurdelen niet de botsveiligheidsknop bedienen.
Voorwaarden
– Intern transportmiddel in gebruik nemen, (zie "Intern transportmiddel in gebruik
nemen" op pagina 49)
Werkwijze
• Neift de dissel (9) in het rijbereik (F) en bedien de rijschakelaar (57) in de
geweenste rijrichting (V of R).
• Rijsnelheid met de rijschakelaar (57) regelen.
Z
Bij het loslaten van de rijschakelaar keert deze automatisch terug in de nulstand.
De rem wordt gelost en het interne transportmiddel begint in de gekozen richting te
rijden.
Z
Intern transportmiddel borgen tegen "wegrollen":
het terugrollen op hellingen wordt herkend door de regeling en de rem valt met een
korte schok automatisch terug.
F
B
56
R
0
57
V
9
7
B
V
57
6
R