Opbouw en werking
5.3.1
Aandrijving van de zaaiwielen
Het stapwiel (Afb. 391) drijft de zaaiwielen in de
zaaihuizen via de Vario-aandrijving aan.
Het aandrijftoerental van de zaaiwielen
bepaalt de hoeveelheid zaaigoed
kan op de Vario-aandrijving worden
ingesteld.
Met het stapwiel wordt de afgelegde afstand
gemeten. AMACO,
hebben deze gegevens nodig
voor het berekenen van de hoeveelheid
bewerkte grond (hectareteller) resp. de
rijsnelheid.
Als de grond zonder zaaien moet worden
bewerkt, moet het stapwiel worden opgelicht en
worden vastgezet (hydraulische uitvoering
optioneel).
5.3.2
Zaaigoed-dosering
Het zaaigoed wordt in de zaaihuizen (Afb. 40/1)
door de zaaiwielen (Afb. 40/2) of de
bonenzaaiwielen gedoseerd.
De zaaiwielen transporteren het zaaigoed naar
de rand van de bodemkleppen (Afb. 40/3).
Gedoseerd komt het zaaigoed via de
zaadleidingbuizen bij de zaaischijven.
Afhankelijk van het zaaigoed moet worden
ingesteld:
de zaaiwielen
(standaard-, fijn- of bonenzaaiwiel);
de afsluitschuiven;
de bodemkleppen;
de roeras.
54
resp.
Afb. 39
Afb. 40
Raadpleeg de tabel (Afb. 41, op pagina 55) voor de instelwaarden.
Staat uw zaaigoed niet in de tabel, neem dan de waarden van een
ander zaaigoed met een vergelijkbare korrelgrootte en korrelvorm.
AD03 BAH0008-5 09.10