2.16.4
Aangebouwde werktuigen
AD03 BAH0008-5 09.10
Bij het aanbouwen moeten de aanbouwcategorieën van tractor
en machine altijd overeenkomen of op elkaar worden afgestemd!
Neem de voorschriften van de fabrikant in acht!
Zet vóór het aanbouwen of afkoppelen van machines aan de
driepuntsophanging de bedieningsinrichting in die stand waarbij
onbedoeld oplichten of laten zakken uitgesloten is!
Bij de driepuntsstangen bestaat gevaar voor verwonding door
plekken waar u bekneld kunt raken!
De machine mag alleen met de hiervoor bedoelde tractoren
worden getransporteerd en gereden!
Bij het aan- en afkoppelen van werktuigen van de tractor bestaat
gevaar voor verwonding!
Ga bij het bedienen van de buitenbediening voor de
driepuntsaanbouw niet tussen voertuig en machine staan!
Let bij het gebruik van de steunelementen op de plekken waar u
bekneld kunt raken!
Bij het aankoppelen van machines aan voor- of achterzijde van
een tractor dient u rekening te houden met
het toelaatbare totaalgewicht van de tractor
de toelaatbare asbelastingen van de tractor
het toelaatbare draagvermogen van de banden van de
tractor
Let op het maximale laadvermogen van de aangebouwde
machine en de toelaatbare asbelasting van de tractor!
Zet voor transport van het aangebouwde werktuig de
vergrendeling van de trekstangen van de tractor aan de zijkant
goed vast!
Bij rijden op de openbare weg moet de bedieningshendel van de
trekstangen van de tractor zodanig zijn vergrendeld dat deze niet
kan zakken!
Zet vóór rijden op de openbare weg alle inrichtingen in de
transportstand!
Aangebouwde werktuigen en ballastgewichten zijn van invloed
op het rijgedrag en het stuur- en remvermogen van de tractor!
De vooras van de tractor dient altijd met minimaal 20% van het
eigen gewicht van de tractor worden belast, om zeker te zijn van
voldoende stuurvermogen. Gebruik zo nodig gewichten aan de
voorzijde!
Voer onderhouds-, service- en reinigingswerkzaamheden en het
verhelpen van storingen alleen bij losgetrokken contactsleutel
uit!
Laat beschermingsvoorzieningen zitten en zet deze altijd in de
juiste positie!
Algemene veiligheidsinstructies
31