Instellingen
8.5
Roerasaandrijving
De roeras wordt aangedreven als de lunspen
(Afb. 120/1) in de boring van de holle as van de
aandrijving zit.
De roeras draait niet als de lunspen (Afb. 121/1)
in de boring van de hulpas zit.
Deze instelling is van invloed op de
hoeveelheid uit te zaaien zaad.
Controleer de instelling door een
afdraaiproef.
104
Afb. 120
Afb. 121
AD03 BAH0008-5 09.10