IV RIJDEN MET UW VOERTUIG
Wees voorzichtig bij het laden en vervoeren van vloeibare reservoirs.
Deze kunnen de stabiliteit van het voertuig beïnvloeden wanneer u
dwars op een helling rijdt, door bergafwaarts te trekken en het risico
op kantelen te verhogen.
Steile dalingen
Dit voertuig zal gewoonlijk stoppen" wanneer de voor- of achterwielen
over een steile daling rijden. Als het om een steile, diepe afgrond gaat zal
het voertuig met zijn neus naar beneden duiken en kantelen.
Vermijd steile dalingen. Keer om en kies een alternatieve route.
Water oversteken
Water kan groot gevaar inhouden. In te diep water kan het voertuig gaan
drijven en kantelen. Controleer de diepte van het water en de stroming
alvorens het water over te steken. Het water mag niet hoger dan de
voetsteunen komen. Let op voor gladde oppervlakken zoals keien, gras,
boomstronken enz. in het water en op de oevers. Dit kan tot tractieverlies
leiden. Rijd nooit met hoge snelheid in het water. Het water heeft een
remmende werking en u kunt van het voertuig op de grond worden ge-
slingerd.
58
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
A) VEILIGHEIDSINFORMATIE