1. Accuhouder
2. Borgschroeven
Accu reinigen
Reinig de accu, de behuizing en
polen met een oplossing van natri-
umcarbonaat en water.
Verwijder roest van de accuklem-
men en -polen met een harde sta-
len borstel.
Accu installeren
Om de accu te installeren gaat u
omgekeerd te werk als bij de ver-
wijdering.
OPMERKING
Sluit altijd eerst de
RODE (+) accukabel aan.
15) Zekeringen
LET OP Schakel de contact-
schakelaar altijd op UIT voordat
u een defecte zekering vervangt.
Inspectie van de zekering
Controleer of de draad is gesmol-
ten.
Als de gloeidraad is gesmolten,
vervang dan de kapotte zekering,
zie BESCHRIJVING ZEKERING-
KAST VOORKANT en ZEKERING-
HOUDER EN ZEKERINGSVERBIN-
DINGEN ACHTERKANT hieronder
voor het juiste vermogen.
II ONDERHOUDSPROCEDURES
TYPISCH
1. Zekering
2. Nakijken op gesmolten delen
OPMERKING
Gebruik geen zeke-
ring met een hogere capaciteit
om ernstige schade te vermijden.
Toegang zekeringdoos vooraan
Verwijder de meterhouder. Zie
UITRUSTING .
1. Voorste zekeringdoos
2. Deksel zekeringdoos vooraan
OPMERKING: Kijk in het deksel
van de zekeringdoos voor de locatie
van de zekeringen.
OPMERKING
werpen op in het servicevak
vooraan.
Berg nooit voor-
133