II ONDERHOUDSPROCEDURES
1. Op riem afgedrukte pijl
2. Aandrijfrol (voor)
3. Aangedreven rol (achter)
4. Draairichting
Draai de aangedreven riem tot het
onderste deel van de tanden op de
buitenkant van de aandrijfriem ge-
lijk is met de rand van de aangedre-
ven rol.
1. Het onderste deel van de tanden gelijk
met de buitenkant van de aandrijfriem
13) Aandrijf- en aange-
dreven rollen
Inspectie aandrijf- en
aangedreven rollen
De inspectie moet door een erken-
de Can-Am-dealer, reparatiebedrijf
of iemand anders van uw keuze
voor onderhoud, reparatie of vervan-
ging worden uitgevoerd.
Aandrijfpoelie
Inspecteer de lagerbussen van de
schuifhuls van de aangedreven rol,
vervang versleten onderdelen.
132
Aangedreven rol
Inspecteer de lagerbussen van de
nok en van de schuifhuls van de
aangedreven rol, vervang versleten
onderdelen.
14) Accu
LET OP Laad nooit een accu
terwijl die in het voertuig is geïn-
stalleerd.
Deze voertuigen zijn uitgerust met
een VRLA-accu (Valve Regulated
Lead Acid). Dit is een onderhouds-
vrij accutype, waaraan geen water
moet worden toegevoegd om het
elektrolytpeil te regelen.
OPMERKING
Verwijder nooit de
afsluitdop van de accu.
Accu-isolatie
Als de accu moet worden geïso-
leerd voor het uitvoeren van onder-
houd, koppel dan de ZWARTE (-)
kabel los van de accupool.
OPMERKING
Zorg dat de stekker
niet per ongeluk in contact komt
met de accupool.
Accu verwijderen
Koppel eerst de ZWARTE (-) kabel
los en dan de RODE (+).
OPMERKING
eerst de ZWARTE (-) accukabel.
Verwijder de borgschroeven, de
accuhouder en trek de accu uit de
houder.
Ontkoppel altijd