Parameters
9-53 Pro bus Warning Word
Range:
9-63 Actual Baud Rate
4
4
Option:
[0]
9,6 kbit/s
[1]
19,2 kbit/s
[2]
93,75 kbit/s
[3]
187,5 kbit/s
[4]
500 kbit/s
[6]
1500 kbit/s
[7]
3000 kbit/s
[8]
6000 kbit/s
[9]
12000 kbit/s
[10]
31,25 kbit/s
[11]
45,45 kbit/s
[255]
No baudrate found
*
9-64 Device Identi cation
Range:
0
[0 -
*
0 ]
88
Functie:
Bit
Beschrijving
15
Waarschuwing 34 actief.
Tabel 4.7 Bitde nitie
Functie:
Deze parameter geeft de actuele
PROFIBUS-baudsnelheid weer. De
PROFIBUS-master stelt de
baudsnelheid automatisch in.
Functie:
LET OP
Deze parameter is niet zichtbaar via het LCP.
Parameter voor de toestelidenti catie. Het datatype
is array [n] van zonder teken 16. De toewijzing van
de eerste subindexen is te de niëren en weer te
geven in Tabel 4.8.
Index
Inhoud
Waarde
0
Fabrikant
128
1
Toesteltype
1
2
Versie
xxyy
3
Firmwaredatum,
yyyy
jaar
4
Firmwaredatum,
ddmm
maand
5
Aantal assen
Variabel
6
Leverancierspe-
xxyy
ci ek: PB-versie
7
Leverancierspe-
xxyy
ci ek:
databaseversie
8
Leverancierspe-
xxyy
ci ek: AOC-versie
Danfoss A/S © 11/2015 Alle rechten voorbehouden.
®
VLT
DriveMotor FCP 106/FCM 106
9-64 Device Identi cation
Range:
9-65 Pro le Number
Range:
0
[0 - 0 ]
*
9-67 Control Word 1
Range:
0
[0 - 65535 ] Deze parameter accepteert het stuurwoord van
*
9-68 Status Word 1
Range:
0
[0 - 65535 ] Deze parameter accepteert het statuswoord
*
9-70 Edit Set-up
Option:
[1]
Set-up 1
[2]
Set-up 2
[9]
Active
*
Set-up
9-71 Pro bus Save Data Values
Option:
Functie:
Index
Inhoud
Waarde
9
Leverancierspe-
xxyy
ci ek: MOC-versie
Functie:
LET OP
Deze parameter is niet zichtbaar via het LCP.
Deze parameter bevat de pro elidenti catie. Byte 1
bevat het pro elnummer en byte 2 het versie-
nummer van het pro el.
Functie:
een master klasse 2 in dezelfde indeling als
PCD 1.
Functie:
van een master klasse 2 in dezelfde indeling als
PCD 2.
Functie:
Selecteer de setup die u tijdens bedrijf wilt
programmeren (wijzigen van gegevens). Het is
mogelijk om de 4 setups onafhankelijk van
elkaar te wijzigen, ongeacht de setup die is
geselecteerd als de actieve setup. Parameter-
toegang vanaf elke master wordt bepaald door
de setup die door de afzonderlijke masters is
geselecteerd (cyclisch, acyclisch MCL1, 1e
acyclisch MCL2, 2e acyclisch MCL2, 3e acyclisch
MCL2).
Functie:
Parameterwaarden die via PROFIBUS worden
gewijzigd, worden niet automatisch opgeslagen
in een niet-vluchtig geheugen. Gebruik deze
parameter om een functie te activeren die alle
parameterwaarden in EEPROM (niet-vluchtig
geheugen) opslaat, zodat de parameterwaarden
bij een uitschakeling bewaard blijven.
MG03N210