Parameters
14-29 Servicecode
Range:
0
[0-0x7FFFFFFF ]
*
4.11.4 14-3* Stroombegr. reg.
De frequentieregelaar is uitgerust met een ingebouwde
stroombegrenzer, die wordt geactiveerd wanneer de
4
4
motorstroom, en daarmee dus het koppel, hoger is dan de
koppelbegrenzingen die zijn ingesteld in
parameter 4-16 Koppelbegrenzing motormodus en
parameter 4-17 Koppelbegrenzing generatormodus.
Wanneer de stroomgrens wordt bereikt tijdens motor- of
generatorwerking probeert de frequentieregelaar het
koppel zo snel mogelijk te verlagen tot onder de vooraf
ingestelde koppelbegrenzingen, zonder de controle over
de motor te verliezen.
Terwijl de stroombegrenzing actief is, kan de frequentiere-
gelaar uitsluitend worden gestopt door een digitale ingang
in te stellen op [2] Vrijloop geïnv. of [3] Vrijloop & reset inv.
Een eventueel signaal op de klemmen 18 tot en met 33
wordt pas actief wanneer de frequentieregelaar weer uit
de buurt van de stroomgrens is.
Bij gebruik van een digitale ingang die is ingesteld op [2]
Vrijloop geïnv. of [3] Vrijloop & reset inv, maakt de motor
geen gebruik van de uitlooptijd, omdat de frequentiere-
gelaar vrijloopt.
14-30 Stroombegr.reg., proport. versterk.
Range:
100 %
[0 -
*
500 %]
14-31 Stroombegr. reg., integratietijd
Range:
Size
[0.002 - 2
related
s]
*
14-32 Stroombegr.reg., ltertijd
Range:
Size related
*
ms]
100
Functie:
Alleen voor service
Functie:
Stel de proportionele versterking voor de
stroombegrenzingsregelaar in. De regelaar
reageert sneller bij een hogere waarde. Een
te hoge instelling leidt tot instabiliteit van de
regeling.
Functie:
Deze parameter regelt de integratietijd
van de stroombegrenzingsregeling. De
regelaar reageert sneller bij een lagere
waarde. Een te lage instelling leidt tot
instabiliteit van de regeling.
Functie:
[1 - 100
Stelt een tijdconstante in voor het
laagdoorlaat lter voor de stroombe-
grenzingsregeling.
Danfoss A/S © 11/2015 Alle rechten voorbehouden.
®
VLT
DriveMotor FCP 106/FCM 106
4.11.5 14-4* Energieoptimalis.
Parameters voor het aanpassen van het energieoptimalisa-
tieniveau in zowel de variabel-koppelmodus (VT) als de
automatische-energieoptimalisatiemodus (AEO).
Automatische energieoptimalisatie is alleen actief als
parameter 1-03 Koppelkarakteristiek is ingesteld op [3] Auto
Energie Optim. VT.
14-40 VT-niveau
Range:
90 %
*
90 %]
14-41 Min. magnetisering AEO
Range:
66 %
*
75 %]
14-44 d-axis current optimization for IPM
Range:
100 %
*
Functie:
LET OP
[40 -
Deze parameter kan niet worden
gewijzigd terwijl de motor loopt.
Stel het niveau voor motormagnetisering bij
lage toerentallen in. Het instellen van een lage
waarde vermindert het energieverlies in de
motor maar vermindert tevens het maximale
belastingsniveau.
Functie:
[40 -
Stel de minimaal toegestane magnetisering
voor AEO in. Het instellen van een lage
waarde vermindert het energieverlies in de
motor maar kan ook de weerstand tegen
plotselinge veranderingen in de belasting
verminderen.
Functie:
[0 -
Deze parameter is alleen beschikbaar als
200 %]
parameter 1-10 Motor Construction is ingesteld
op [2] PM, salient IPM, non Sat. (PM, uitspr. IPM,
niet-verz.)
Gewoonlijk optimaliseert de VVC
automatisch de demagnetiseringsstroom op de
d-as, op basis van de instellingen voor de d-as
en de q-as. Gebruik de huidige parameter om
het verzadigingse ect bij hoge belastingen te
compenseren als parameter 1-10 Motor
Construction is ingesteld op [2] PM, salient IPM,
non Sat. (PM, uitspr. IPM, niet-verz.) Het verlagen
van deze waarde verbetert gewoonlijk het
rendement. Een waarde van 0% betekent echter
geen optimalisatie en een d-asstroom van nul
(niet aanbevolen).
+
PM-regeling
MG03N210