Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Drogepompfunctie - Danfoss VLT DriveMotor FCP 106 Programmeerhandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT DriveMotor FCP 106:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameters

22-26 Drogepompfunctie

Selecteer de gewenste actie voor de pomp in geval van
drooglopen.
Option:
[2]
Alarm
4
4
[3]
Handm. reset
alarm
22-27 Drogepompvertr.
Range:
10 s
[0 - 600
*
s]
4.16.2 22-3* Verm.aanp. geen ow
Afstelprocedure als parameter 22-20 Laag verm. autosetup
niet is ingesteld op Ingesch.:
1.
Sluit de hoofdklep om de ow te stoppen.
2.
Draai met ingeschakelde motor totdat het
systeem de normale bedrijfstemperatuur heeft
bereikt.
3.
Druk op [Hand On] en stel het toerental af op
circa 85% van het nominale toerental. Noteer het
exacte toerental.
4.
Lees het energieverbruik af aan de hand van het
actuele vermogen in de dataregel op het LCP of
bekijk de waarde van 1 van de volgende
parameters:
4a
4b
Noteer de uitgelezen vermogenswaarde.
5.
Wijzig het toerental tot circa 50% van het
nominale toerental. Noteer het exacte toerental.
116
VLT
Functie:
De frequentieregelaar stopt en genereert
een alarm wegens een droge pomp (Alarm
93, Droge pomp). Via een digitale uitgang
van de frequentieregelaar of via seriële
communicatie kan een alarm worden
doorgegeven aan andere apparatuur.
De frequentieregelaar stopt en genereert
een alarm wegens een droge pomp (Alarm
93, Droge pomp). Via een digitale uitgang
van de frequentieregelaar of via seriële
communicatie kan een alarm worden
doorgegeven aan andere apparatuur.
Functie:
Bepaalt hoelang de drogepompconditie actief
moet zijn voordat een waarschuwing of alarm
wordt gegenereerd.
De frequentieregelaar wacht totdat de vertra-
gingstijd voor geen ow (parameter 22–24 No-
Flow Delay) is verstreken voordat de
vertragingstijd voor een droge pomp ingaat.
Parameter 16-10 Verm. [kW].
of
Parameter 16-11 Verm. [pk] via het
hoofdmenu.
Danfoss A/S © 11/2015 Alle rechten voorbehouden.
®
DriveMotor FCP 106/FCM 106
6.
Lees het energieverbruik af aan de hand van het
actuele vermogen in de dataregel op het LCP of
bekijk de waarde van 1 van de volgende
parameters:
Noteer de uitgelezen vermogenswaarde.
7.
Programmeer de toerentallen die worden
gebruikt in:
8.
Programmeer de bijbehorende vermogens-
waarden in:
9.
Schakel terug via [Auto On] of [O ].
LET OP
Stel parameter 1-03 Koppelkarakteristiek in voordat het
tuningproces begint.
22-38 Verm. hoge snelh. [kW]
Range:
Size
related
5.50
*
kW]
4.16.3 22-4* Slaapstand
Het doel van de slaapmodus is om de frequentieregelaar in
staat te stellen zichzelf uit te schakelen wanneer het
systeem in evenwicht is. Deze functie bespaart energie en
voorkomt dat de regeling van het systeem doorschiet
(overmatige druk, water overmatig gekoeld in koeltorens,
problemen met de drukhandhaving in gebouwen). Dit is
ook belangrijk omdat sommige toepassingen de frequen-
tieregelaar beletten om de motor op een laag toerental te
laten draaien. Dit kan leiden tot beschadiging van
6a
Parameter 16-10 Verm. [kW].
of
6b
Parameter 16-11 Verm. [pk] via het
hoofdmenu.
7a
Parameter 22-32 Lage snelh. [tpm].
7b
Parameter 22-33 Lage snelh. [Hz].
7c
Parameter 22-36 Hoge snelh. [tpm].
7d
Parameter 22-37 Hoge snelh. [Hz].
8a
Parameter 22-34 Verm. lage snelh. [kW].
8b
Parameter 22-35 Verm. lage snelh. [pk].
8c
Parameter 22-38 Verm. hoge snelh. [kW].
8d
Parameter 22-39 Verm. hoge snelh. [pk].
Functie:
[ 0 -
Moet worden gebruikt als
parameter 0-03 Regionale instellingen is
ingesteld op [0] Internationaal (parameter
niet zichtbaar als [1] Noord-Amerika is
geselecteerd).
Stel het energieverbruik in voor een
toerental van 85%.
Deze functie wordt gebruikt om de
benodigde waarden voor de jnafstelling
van detectie van geen ow op te slaan.
MG03N210

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt drivemotor fcm 106

Inhoudsopgave