Danfoss VLT DriveMotor FCP 106 Programmeerhandleiding pagina 123
Verberg thumbnails
Zie ook voor VLT DriveMotor FCP 106:
- Bedieningshandleiding (58 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (64 pagina's) ,
- Handleiding (83 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Parameters
Gebruikte parameter
Parameter 22-80 Flowcompensatie
Parameter 22-81 Kwadr-lineaire curvebenadering
Parameter 22-82 Werkpuntberekening
Parameter 22-83 Snelh. bij gn ow [tpm]/parameter 22-84 Snelh. bij gn ow
[Hz]
Parameter 22-85 Snelh. bij ontwerppunt [tpm]/parameter 22-86 Snelh. bij
ontwerppunt [Hz]
Parameter 22-87 Druk bij geen- owsnelheid
Parameter 22-88 Druk bij nom. snelheid
Parameter 22-89 Flow bij ontwerppunt
Parameter 22-90 Flow bij nom snelh.
Tabel 4.14 Het toerental bij het ontwerppunt is bekend/niet bekend
22-80 Flowcompensatie
Option:
Functie:
[0]
Uitgesch. Setpointcompensatie is niet actief.
*
[1]
Ingesch.
Setpointcompensatie is actief. Inschakeling van
deze parameter maakt het mogelijk om te
werken op basis van een owgecompenseerd
setpoint.
22-81 Kwadr-lineaire curvebenadering
Range:
Functie:
LET OP
100 %
[0 -
*
100 %]
Niet zichtbaar bij cascaderegeling.
Voorbeeld 1
Via deze parameter kan de vorm van de
regelcurve worden gewijzigd.
0 = lineair
100% = ideale vorm (theoretisch)
H
(opvoerhoogte)
Regelcurve
Afbeelding 4.21 Kwadr-lineaire curvebenadering
MG03N210
Programmeerhandleiding
Toerental bij ontwerppunt
22-82 Werkpuntberekening
Option:
Q
(flow)
Danfoss A/S © 11/2015 Alle rechten voorbehouden.
Toerental bij ontwerppunt
BEKEND
ONBEKEND
+
+
+
+
+
+
-
-
-
Functie:
Voorbeeld 1
H (opvoerhoogte)
A
HONTWERPsetpoint
HMIN
P22-83/
P22-84
Regelcurve
P22-87
Afbeelding 4.22 Het toerental bij het
ontwerppunt is bekend
Het ontwerppunt, punt A, is af te lezen van het
datablad met de karakteristieken voor de
relevante apparatuur bij verschillende toerentallen.
Het ontwerppunt (A) is het punt waar punt
H
en punt Q
samenkomen. De
ONTWERP
ONTWERP
pompkarakteristiek bij dit punt moet worden
bepaald en het bijbehorende toerental moet
worden geprogrammeerd. Het toerental bij geen
ow kan worden bepaald door de kleppen te
sluiten en het toerental aan te passen totdat H
is bereikt.
Vervolgens kan parameter 22-81 Kwadr-lineaire
curvebenadering worden aangepast om de vorm
van de regelcurve traploos te wijzigen.
Voorbeeld 2
Het toerental bij het ontwerppunt is niet bekend:
wanneer het toerental voor het ontwerppunt niet
bekend is, moet met behulp van het datablad een
ander referentiepunt op de regelcurve worden
bepaald. Door te kijken naar de curve voor het
nominale toerental en de ontwerpdruk (H
punt C) hierop af te zetten, kan de ow bij die
druk, Q
, worden bepaald. Op vergelijkbare
NOM
wijze kan door het aangeven van de ontwerp ow
(Q
, punt D) de druk H
ONTWERP
ONTWERP
worden bepaald. Wanneer deze 2 punten op de
pompcurve – plus H
zoals boven aangegeven –
MIN
+
+
+
+
-
4
4
+
+
+
+
MIN
,
ONTWERP
bij die ow
121
Advertenties
Inhoudsopgave
