Hoofdmenu - Remmen - Groep; Remenergie-Functie - Danfoss VLT DriveMotor FCP 106 Programmeerhandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor VLT DriveMotor FCP 106:
- Bedieningshandleiding (58 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (64 pagina's) ,
- Handleiding (83 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Parameters
4.3 Hoofdmenu – Remmen – Groep 2
2-00 DC-houd/voorverw.stroom
Range:
50
[0 -
%
160 %
*
]
4
4
2-01 DC-remstroom
Range:
Functie:
LET OP
50
[0 -
%
150
*
De maximumwaarde is afhankelijk van de
%]
nominale motorstroom. Vermijd 100% stroom
gedurende een langere periode, omdat dit de
motor kan beschadigen.
Stel de stroom in als een percentage van de
nominale motorstroom, parameter 1-24 Motorstroom.
DC-remstroom wordt toegepast na een
stopcommando, wanneer het toerental lager is dan
de ingestelde begrenzing in parameter 2-04 Inscha-
kelsnelh. DC-rem of wanneer de functie DC-remmen
geïnverteerd actief is ([5] DC-rem geïnv. geselecteerd
in parametergroep 5-1* Digitale ingangen, of via de
seriële poort). Zie parameter 2-02 DC-remtijd voor de
tijdsduur.
2-02 DC-remtijd
Range:
10 s
[0-60 s] Bepaal hoelang de ingestelde DC-remstroom in
*
2-04 Inschakelsnelh. DC-rem
Range:
0 Hz
[ 0-400
*
Hz]
54
Functie:
LET OP
De maximumwaarde is afhankelijk van de
nominale motorstroom.
Vermijd 100% stroom gedurende een
langere periode, Hierdoor kan de motor
beschadigd raken wegens oververhitting.
Stel de houdstroom in als een percentage van de
nominale motorstroom I
in
M,N
parameter 1-24 Motorstroom. Parameter 2-00 DC-
houd/voorverw.stroom handhaaft de motorfunctie
(houdkoppel) of verwarmt de motor voor. Deze
parameter is actief als DC-houd is geselecteerd via
parameter 1-72 Startfunctie [0] of
parameter 1-80 Functie bij stop [1].
Functie:
parameter 2-01 DC-remstroom na activering moet
worden toegepast.
Functie:
Deze parameter dient voor het instellen van
de inschakelsnelheid van de DC-rem waarbij
de DC-remstroom parameter 2-01 DC-
remstroom actief moet zijn in geval van een
stopcommando.
Danfoss A/S © 11/2015 Alle rechten voorbehouden.
®
VLT
DriveMotor FCP 106/FCM 106
2-06 Parkeerstroom
Range:
100
%
150 %]
*
2-07 Parkeertijd
Range:
3 s
[0.1 -
*
60 s]
4.3.1 2-1* Remenergie-functie
Parametergroep voor het selecteren van de parameters
voor dynamisch remmen.
2-10 Remfunctie
Option:
[0]
*
[2]
2-16 AC-rem max. stroom
Range:
100 %
*
2-17 Overspanningsreg.
Option:
Functie:
[0 -
Stel de stroom in als een percentage van de
nominale motorstroom,
parameter 1-24 Motorstroom. Actief bij gebruik
van parameter 1-73 Vlieg. start. De parkeerstroom
is actief gedurende de tijd die is ingesteld in
parameter 2-07 Parkeertijd.
LET OP
Parameter 2-06 Parkeerstroom is alleen
actief als een PM-motor is geselecteerd in
parameter 1-10 Motorconstructie.
Functie:
Bepaal hoelang de in parameter 2-06 Parkeer-
stroom ingestelde parkeerstroom moet worden
toegepast. Actief in combinatie met
parameter 1-73 Vlieg. start.
LET OP
Parameter 2-07 Parkeertijd is alleen
beschikbaar wanneer [1] PM, niet-uitspr.
SPM is geselecteerd in
parameter 1-10 Motorconstructie.
Functie:
Uit
De remweerstand is niet actief.
AC-rem
De AC-rem is actief.
Functie:
[0 - 160 %] Voer de maximaal toegestane stroom bij
gebruik van de AC-rem in om overver-
hitting van de motorwikkelingen te
voorkomen.
Functie:
Schakel OVC in tijdens het uitlopen om de
kans op uitschakeling (trip) van de frequentie-
regelaar te beperken in geval van een
overspanning op de DC-tussenkring die wordt
veroorzaakt door genererend vermogen van
de belasting.
MG03N210
Advertenties
Inhoudsopgave
