Parameters
4.11.6 14-5* Omgeving
Deze parameters dienen om de frequentieregelaar te laten
functioneren onder speciale omgevingscondities.
14-51 DC-linkcompensatie
Option:
Functie:
[0]
Uit
De overmodulatie voor uitgangsspanning is uit om
koppelrimpels op de motoras te voorkomen.
[1]
Aan Schakelt overmodulatie voor de uitgangsspanning in
*
om een uitgangsspanning te verkrijgen die tot 15%
hoger is dan de netspanning.
14-55 Uitgangs lter
Selecteer of er een uitgangs lter aanwezig is.
Option:
[0]
Geen lter
*
[1]
Sinus lter
[3]
Sine-Wave Filter with Feedback (Sinus lter met
terugkoppeling)
4.11.7 14-6* Autoreductie
Deze groep bevat parameters voor het automatisch
verlagen van de uitgangsstroom van de frequentieregelaar.
14-61 Functie bij inverteroverbel.
Wordt gebruikt bij aanhoudende overbelasting boven de
thermische begrenzingen (110% gedurende 60 s).
Option:
Functie:
[0]
Uitschakeling (trip) De frequentieregelaar wordt
*
uitgeschakeld en genereert een alarm.
[1]
Reductie
Verlaagt het pomptoerental om de
belasting op het vermogensdeel te
verminderen, zodat dit kan afkoelen.
14-63 Min Switch Frequency (Min. schakelfrequentie)
Stel de minimale schakelfrequentie in die wordt toegestaan door
het uitgangs lter.
Option:
[2]
2,0 kHz
*
[3]
3,0 kHz
[4]
4,0 kHz
[5]
5,0 kHz
[6]
6,0 kHz
[7]
8,0 kHz
[8]
10,0 kHz
[9]
12,0 kHz
[10]
16,0 kHz
MG03N210
Programmeerhandleiding
14-64 Nulstroomniveau dodetijdcompensatie
Stel de parameter bij gebruik van een lange motorkabel in op [0]
Uitgesch. om motorkoppelrimpels te minimaliseren.
Option:
[0]
*
[1]
14-65 Speed Derate Dead Time Compensation
(Snelheidsreductie dodetijdcompensatie)
Range:
Afhankelijk
van grootte
Functie:
4.11.8 14-8* Opties
14-89 Option Detection (Optiedetectie)
Bepaalt het gedrag bij detectie van een optiewijziging. Na een
optiewijziging wordt deze parameter teruggezet op [0] Protect
Option Con g.
Option:
[0]
Protect Option Con g.
*
(Bescherm optiecon g.)
[1]
Enable Option Change
(Insch. optiewijziging)
4.11.9 14-9* Foutinstell
Functie:
Foutaanpassingsinstellingen
14-90 Foutniveau
Gebruik deze parameter om foutniveaus naar wens in te stellen.
Door het instellen van deze parameter kan de instelling van
parameter 1–73 Flying Start veranderen.
Option:
[3]
*
[4]
[5]
Danfoss A/S © 11/2015 Alle rechten voorbehouden.
Uitgesch.
Ingesch.
Functie:
[ 20-1000
Het niveau van de dodetijdcom-
Hz]
pensatie wordt lineair verlaagd ten
*
opzichte van de uitgangsfrequentie.
Parameter 14-07 Dead Time Compen-
sation Level (Niveau
dodetijdcompensatie) de nieert het
maximumniveau. Het minimale
niveau voor de uitgangsfrequentie
wordt gede nieerd in
parameter 14-65 Speed Derate Dead
Time Compensation (Snelheidsreductie
dodetijdcompensatie).
Functie:
Houdt de huidige instellingen
vast en voorkomt ongewenste
wijzigingen bij detectie van
ontbrekende of defecte opties.
De instellingen kunnen worden
gewijzigd bij een wijziging van
de systeemcon guratie.
Uit en blokk.
Uitsch. + vertr. reset
Flystart (Vlieg. start)
Functie:
4
Functie:
101
4