Einde-Curvefunctie - Danfoss VLT DriveMotor FCP 106 Programmeerhandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor VLT DriveMotor FCP 106:
- Bedieningshandleiding (58 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (64 pagina's) ,
- Handleiding (83 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Parameters
4.16.4 22-5* Einde curve
De einde-curvecondities doen zich voor wanneer een
pomp een te hoog volume genereert om de ingestelde
druk te verkrijgen. Deze situatie kan optreden bij lekkage
in de distributieleidingen na de pomp waardoor de pomp
actief is aan het einde van de pompkarakteristiek die geldt
voor het maximale toerental dat is ingesteld in
parameter 4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] of
parameter 4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz].
Als de terugkoppeling gedurende een vooraf ingestelde
tijd (parameter 20-14 Max. referentie/terugk.) 2,5% van de
ingestelde waarde in parameter 20-13 Minimumreferentie/
terugk. (of de numerieke waarde van
parameter 22-51 Einde-curvevertr., als deze hoger is) lager is
dan het setpoint voor de vereiste druk, en de pomp op het
in parameter 4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] of
parameter 4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz] ingestelde
maximale toerental draait, dan wordt de in
parameter 22-50 Einde-curvefunctie geselecteerde functie
uitgevoerd.
Het is mogelijk om een signaal op 1 van de digitale
uitgangen te geven door [192] Einde curve te selecteren in
parametergroep 5-3* Digitale uitgangen en/of parame-
tergroep 5-4* Relais. Het signaal is actief wanneer een
einde-curveconditie optreedt en parameter 22-50 Einde-
curvefunctie niet is ingesteld op [0] Uit. De einde-
curvefunctie kan enkel worden gebruikt wanneer wordt
gewerkt met de ingebouwde PID-regelaar ([3] Met terugk.
in parameter 1-00 Con guratiemodus).
22-50 Einde-curvefunctie
Option:
Functie:
LET OP
Bij een automatische herstart wordt
het alarm opgeheven en het systeem
opnieuw gestart.
LET OP
Stel parameter 14-20 Resetmodus niet
in op [13] Onbegr. aut. reset wanneer
parameter 22-50 Einde-curvefunctie is
ingesteld op [2] Alarm. In dat geval
blijft de frequentieregelaar namelijk
heen en weer schakelen tussen
draaien en stoppen wanneer een
einde-curvesituatie wordt
gedetecteerd.
MG03N210
Programmeerhandleiding
22-50 Einde-curvefunctie
Option:
[0]
Uit
*
[1] Waarschuwing De frequentieregelaar blijft actief, maar
[2] Alarm
[3] Handm. reset
alarm
22-51 Einde-curvevertr.
Range:
10
s
600 s]
*
Danfoss A/S © 11/2015 Alle rechten voorbehouden.
Functie:
LET OP
Als de frequentieregelaar is uitgerust
met een constante-snelheidsbypass
met een automatische bypassfunctie
die de bypass activeert wanneer de
frequentieregelaar in een
alarmtoestand blijft hangen, moet u
de automatische bypassfunctie
uitschakelen wanneer [2] Alarm of [3]
Handm. reset alarm is geselecteerd als
einde-curvefunctie.
Einde-curvebewaking is niet actief.
genereert wel een einde-curvewaarschuwing
(Waarschuwing 94, Einde curve). Via een
digitale uitgang van de frequentieregelaar of
via seriële communicatie kan een
waarschuwing worden doorgegeven aan
andere apparatuur.
De frequentieregelaar stopt en genereert
een einde-curvealarm (Alarm 94, Einde curve).
Via een digitale uitgang van de frequentiere-
gelaar of via seriële communicatie kan een
alarm worden doorgegeven aan andere
apparatuur.
De frequentieregelaar stopt en genereert
een einde-curvealarm (Alarm 94, Einde curve).
Via een digitale uitgang van de frequentiere-
gelaar of een veldbus kan een alarm worden
doorgegeven aan andere apparatuur.
Functie:
[0 -
Wanneer een einde-curveconditie wordt
gedetecteerd, wordt een timer ingeschakeld. Als de
in deze parameter ingestelde tijd verstreken is en
de einde-curveconditie gedurende deze gehele tijd
gehandhaafd is, wordt de in parameter 22-50 Einde-
curvefunctie geselecteerde functie geactiveerd. Als
de conditie verdwijnt voordat de ingestelde tijd is
verstreken, wordt de timer gereset.
4
4
119
Advertenties
Inhoudsopgave
